Paus Benedictus XVI - 1 januari 2009
Het is dus noodzakelijk dat men probeert een “deugdzame cirkel” te leggen rond armoede waarvoor moet “gekozen” worden en armoede die moet “bestreden” worden. Hier gaat een productieve weg open voor het heden en de toekomst van de mensheid, die men als volgt zou kunnen samenvatten: om onrechtvaardige armoede te bestrijden die zoveel mannen en vrouwen neerdrukt en de vrede voor iedereen bedreigt, moeten matigheid en solidariteit opnieuw ontdekt worden als evangelische en tegelijk universele waarden. Concreter, men kan armoede niet doeltreffend bestrijden indien men niet doet wat de heilige Paulus aan de Korintiërs schrijft, als men namelijk niet probeert “gelijkheid te scheppen” door de afstand te verkleinen tussen hen die het overbodige verspillen en hen die zelfs het noodzakelijke ontberen. Dat veronderstelt keuzes voor rechtvaardigheid en matigheid, keuzes die trouwens vereist worden door een wijs beheer van de beperkte rijkdommen van de aarde. Wanneer de heilige Paulus zegt dat Jezus Christus ons door Zijn armoede verrijkt heeft, biedt hij een belangrijke oriëntatie, niet alleen op theologisch maar ook op sociologisch vlak. Niet in de zin, dat armoede een waarde op zich is, maar dat zij de conditie is waarin solidariteit tot stand komt. Wanneer Franciscus van Assisi zich van zijn bezit ontdoet, maakt hij een keuze die een getuigenis is, rechtstreeks door God geïnspireerd, maar tegelijk toont hij iedereen de weg van het vertrouwen op de Voorzienigheid. Zo is de gelofte van armoede in de Kerk het engagement van sommigen, maar herinnert zij iedereen aan de vereiste zich los te maken van materieel bezit en aan de voorrang van de rijkdom van de geest. Ziedaar dus de boodschap die wij vandaag moeten opnemen: de armoede van Christus’ geboorte in Bethlehem is naast een reden van aanbidding voor de christenen, ook een levensschool voor elke mens. Zij leert ons dat armoede, zowel materiële als geestelijke armoede, bestreden wordt door solidariteit, die Jezus gedreven heeft om onze menselijke staat te delen.