TOT PROFESSOREN EN STUDENTEN VAN HET ANGELICUM
(Soort document: Paus Pius XII - Toespraak)
Paus Pius XII -
15 januari 1958
TOT PROFESSOREN EN STUDENTEN VAN HET ANGELICUM
Het is Ons een grote vreugde u allen hier verzameld te zien, bestuurders, professoren en studenten van de Romeinse hogeschool, "Angelicum" genaamd. En We zijn nu des te meer verheugd, omdat het Ons eindelijk mogelijk is u hier zo vroeg in de morgen te ontvangen en toe te spreken, — iets wat zowel uw als Ons verlangen is.
Alvorens nu enkele opmerkingen te maken die u, naar Wij vertrouwen, met Gods genade tot voordeel zullen zijn, willen We u eerst van harte geluk wensen met de groei en uitbouw van uw hogeschool. Aan de faculteiten van theologie, kerkelijk recht en philosophie zijn twee instituten toegevoegd, n.l. voor ascese en mystiek, en voor sociologie. Het aantal professoren is toegenomen. Leer en geschriften van
Sint-Thomas van Aquino worden steeds grondiger bestudeerd en ruimer verspreid. Dat alles erkennen en prijzen Wij ten volle. Wij zijn verheugd hier te mogen begroeten uw magister generaal, onze beminde zoon Michael Browne, grootkanselier van uw pauselijke hogeschool. Deze hogeschool nu is vooral met dit doel gesticht om als een vuurtoren over heel de katholieke wereld het licht der thomistische wijsheid helder te verspreiden. Weldra zult u de vijftigste verjaardag van deze stichting herdenken en We begrijpen dat u verheugd bent met de vruchten van deze vijftig jaren. Wat toen evenwel een onzeker doch hoopvol begin was, is nu - onder de bescherming van uw machtige, hemelse patroon en door het werk van zovele uitnemende professoren uwer hogeschool - tot zeer vruchtbare resultaten gekomen. Inderdaad, indien hierdoor in Gods huis, - "de Kerk van de levende God, zuil en grondslag der waarheid” (
1 Tim. 3, 15) - heldere faam deelachtig is geworden aan uw hogeschool, dan geschiedt dit vooral omdat zij Sint-Thomas’ leer grondig bestudeert en ruim verspreidt. Het is een goede weg die u gaat, onder de leiding van uw hemelse, uitzonderlijk deugdzame beschermer.
In het gebed der Kerk op het feest van Sint-Thomas van Aquino worden vooral deze twee gunsten gevraagd: ,”zijn leer te mogen begrijpen, en zijn werk te mogen voltooien door het na te volgen” (oratie van het feest). Welaan dan, zo luidt Onze vraag: wat heeft Sint-Thomas vooral geleerd? Waar wordt als bij eerste oogopslag en voor iedereen duidelijk zijn uitzonderlijke leer gevonden? Dat is overbekend: door woord en voorbeeld heeft hij in het bijzonder geleerd dat de beoefenaars van theologie en ook van filosofie de diepste gehoorzaamheid en eerbied verschuldigd zijn aan het gezag van de katholieke Kerk
H. Thomas van Aquino, Summa Theologiae. II II 10, 12 H. Thomas van Aquino, Summa Theologiae. Suppl. 29, 3.
Deze eerbiedige gehoorzaamheid jegens het gezag van de Kerk kwam voort uit zijn vaste overtuiging, dat het levend en onfeilbaar leergezag der Kerk de eerste en altijdgeldende norm is van het christelijk geloof. Wanneer de stem van het gewoon of buitengewoon leergezag der Kerk weerklinkt, moet u daarnaar aandachtig en eerbiedig luisteren volgens het voorbeeld van Sint-Thomas en andere uitnemende Dominicanen, die in godsvrucht en heiligheid hebben uitgemunt. Vooral omdat u, beminde zonen, het voorrecht hebt de gewijde wetenschappen hier in de heilige stad te bestuderen, “bij de zetel van Petrus en bij de Hoofdkerk, waaraan het priesterschap zijn eenheid ontleent”
H. Cyprianus van Carthago, Brieven, Epistolae. 55, 14; CSEL III 2, 683. Niet alleen moet u nauwlettend en bereidwillig instemmen met de verklaringen en uitspraken van het gewijde leergezag betreffende de geopenbaarde waarheden, die slechts door Christus’ Bruid de katholieke Kerk trouw bewaard en deugdelijk vertolkt worden; maar in nederige volgzaamheid moet u ook alle onderrichtingen aanvaarden betreffende natuurlijke en menselijke waarden. Want ook dergelijke waarden verdienen vanzelfsprekend de hoogachting van alle katholieken, inzonderheid van theologen en filosofen, inzoverre deze waarden n.l. naar voren worden gebracht als nauw verbonden met het christelijk geloof en 's mensen bovennatuurlijk einddoel.
De theoloog is verder ook verplicht om naar Sint-Thomas’ voorbeeld ijverig en onophoudelijk de Heilige Schrift ter hand te nemen, aangezien die voor de gewijde wetenschappen een onvergelijkelijke betekenis en belangrijkheid bezit. Want, om met de heilige leraar zelf te spreken: “de theologie gebruikt de inhoud van de Heilige Schrift juist precies wanneer die theologie zich op haar eigen gebied beweegt. Ons geloof steunt immers op de openbaring die gedaan is aan de apostelen en profeten en die vervat is in de Heilige Schrift, niet echter op mogelijke andere openbaringen”
H. Thomas van Aquino, Summa Theologiae. I 1, 8 ad 2. Naar die leer heeft Sint-Thomas ook altijd gehandeld. Want zijn commentaren op het Oude en Nieuwe Testament, vooral op de brieven van Sint-Paulus, munten uit door weloverwogen oordeel, door evenwichtigheid, scherpzinnigheid en toeleg, zodat ze tot zijn voornaamste theologische werken gerekend kunnen worden en daarvan a.h.w. de schriftuurlijke voltooiing zijn, waarom ze alle belangstelling verdienen. Wie aan die commentaren voorbijgaat, is daarom beslist niet in staat zich geheel en al verwant te voelen en bekend te weten met de engelachtige leraar. Die toeleg op en vertrouwdheid met de Heilige Schrift vormden altijd een onderdeel van Sint-Thomas’ theologische studies en hebben hem op zijn sterfbed ook wondervol vertroost. Mogen die toeleg en vertrouwdheid altijd een onderdeel uitmaken van uw studie en geestelijk leven.
Vervolgens menen Wij speciaal te moeten vermelden de studie der thomistische - speculatieve theologie, die u zeer ter harte moet gaan, overeenkomstig het voorschrift van uw laatste keuze-kapittel: “de thomistische speculatieve theologie is altijd het bijzonder erfgoed van uw orde geweest”
Acta cap. gen. 1955, n. 113. Moge daarom uw hogeschool toenemende invloed en bijzonder aanzien doen toekomen aan die heilige theologie, waarvoor Sint-Thomas tijdens zijn leven terecht de rechten opeiste van ware wetenschap en wijsheid en tevens de eerste plaats boven alle theoretische en praktische wetenschappen
H. Thomas van Aquino, Summa Theologiae. I 1, 5. Ook Wij hebben haar voornaamste verdiensten in de encycliek
Paus Pius XII - Encycliek
Humani Generis
Over sommige valse meningen die de grondslagen van de Katholieke leer dreigen te ondermijnen
(12 augustus 1950) tegen sommige nieuwlichters duidelijk gehandhaafd
Paus Pius XII, Encycliek, Over sommige valse meningen die de grondslagen van de Katholieke leer dreigen te ondermijnen, Humani Generis (12 aug 1950), 31. Wat evenwel de behandeling der verschillende theologische kwesties betreft, daarbij moet men vanzelfsprekend ernstig rekening houden met de groei en ontwikkeling der historische en experimentele wetenschappen. Maar niettemin dient u de fundamenten en hoofdzaken van Sint-Thomas’ leer ijverig te verdedigen. En Wij menen dat men met inachtneming van de juiste verhoudingen ditzelfde ook op de filosofie dient toe te passen.
Nadat u zo in de geest de bijna engelachtige wijsheid van uw beroemde patroon en leraar bewonderd hebt, dient u nu samen met Ons zijn deugden te overwegen, die u moet proberen ook in uw eigen leven tot uitdrukking te brengen. Zonder twijfel was zijn eigen geestelijke opgang gebaseerd op Sint-Paulus' woorden: “al heb ik de gave der profetie, al bezit ik alle geheimen en kennis, zonder liefde ben ik niets” (
1 Kor. 13, 2), en ,”de kennis blaast op, de liefde bouwt op” (
1 Kor. 8, 2). Want ofschoon hij de speculatieve wetenschappen van ganser harte beoefende, gaf hij toch de eerste plaats aan de liefde. Zoals immers een koningin in schittering uitmunt door de glans van haar diadeem, zo staat de liefde boven de andere deugden. Door haar komt het geloof tot leven, krijgen de gaven van de heilige Geest hun kracht, wordt het verborgen vuur van de beschouwing der goddelijke geheimen gevoed. Beoefent daarom ijverig en als om strijd de liefde en daarbij de vurige godsvrucht en andere deugden die uw staat en stand passen, opdat de zware studies, waarin u zich begraaft, uw groei in de evangelische volmaaktheid niet beletten doch juist bevorderen. Levend volgens die ingestorte deugden moet u ook ijverig ervoor zorgen te leven volgens uw religieuze geloften en de regels van uw kloostergenootschap. U dient een bijzondere voorliefde te hebben voor de heilige liturgie. Moge de verkondiging der goddelijke geheimen niet slechts uit uw mond maar vooral ook uit uw hart voortkomen, en wel rijkelijk, veelvuldig, bruisend. Moge u tenslotte getrouw geleid worden en tot hoge deugd aangemoedigd door de waarheidsminnende liefde en de liefdevolle waarheidszin.
Alvorens Onze toespraak te beëindigen willen Wij u ter beschouwing en overweging enkele schone woorden voorhouden van Sint-Bonaventura, die innig bevriend was met Sint-Thomas van Aquino:
“Laat niemand menen dat hij genoeg heeft aan studeren zonder toewijding, aan beschouwen zonder overgave, aan navorsen zonder bewondering, aan onderzoeken zonder vreugde, aan ijveren zonder vroomheid, aan weten zonder liefde, aan begrijpen zonder nederigheid, aan wetenschappelijk streven zonder goddelijke genade, aan bespiegelen zonder goddelijk-geinspireerde wijsheid. Man Gods, oefen u dus eerst terzake uw eigen geweten, alvorens uw ogen op te slaan naar de stralen der wijsheid die in dat geweten weerkaatsen, opdat u niet juist door het beschouwen dier stralen vervalt in des te dieper duisternis” H. Bonaventura, De weg van de geest naar God, Itinerarium Mentis in Deum. 4; Ed. Quar. V 296.
God, van Wie de liefde komt en die Zelf liefde is, moge u bijstaan. Als genadig onderpand daartoe schenken Wij u allen, alsmede uw ondernemingen en al wat u in vurig vertrouwen nog ondernemen zult, van ganser harte en liefdevol de apostolische zegen.
Paus Pius XII
© 1958, Katholiek Archief 13e jrg blz. 257-259