
H. Paus Paulus VI - 20 november 1963
Ook gij, mijne dierbare zonen en dochters zijt, gelijk zovele pelgrims met u en zoals op dit ogenblik alle bisschoppen van de wereld die hier in Concilie bijeen zijn, naar Rome getrokken en op deze plaats tezamen gekomen "per videre Petrum", om Petrus te zien, de Prins der Apostelen, de grondslag van Gods Kerk, haar zichtbaar Hoofd, de Plaatsbekleder van Christus, in de nederige en bescheiden persoon van Zijn opvolger. Gij zijt gekomen om de Paus te bezoeken, om te kunnen zeggen dat gij hem gezien en gehoord hebt, om door hem gesterkt en gezegend te worden.
Dit is geen ingewikkelde overweging, maar wel een zeer belangrijke want zij inspireert onmiddellijk tot bewondering, aanvaarding, instemming en vreugde, dit wil zeggen: tot geloof. Ja, deze audiëntie is inderdaad een geloofsbelijdenis!
Ziet gij nu wat dit ogenblik voor u kan betekenen: de Paus zien, geloven in de Kerk en haar gezag, trouw beloven aan de Katholieke levensopvatting, de liefde in uw harten doen ontvlammen en deze uitdragen in een vurig apostolaat!
Daarom is dit een groots en schoon ogenblik; opdat het rijke vruchten moge voortbrengen willen Wij het bekrachtigen met Onze Apostolische Zegen.