Jacobus Kard. Lercaro - 4 mei 1967
TRES ABHINC ANNOS Tweede Instructie voor de juiste uitvoering van de Constitutie over de H. Liturgie |
|||
► | Enkele wijzigingen in de 'Ordo Missae' |
De celebrant knielt alleen:
De overige kniebuigingen blijven achterwege.
De celebrant kust het altaar:
De overige altaar-kussen blijven achterwege.
De pateen met de daarop liggende hostie blijft zowel vóór als na de consecratie op de corporale.
In de canon
De overige kruistekens over de offergaven worden achterwege gelaten.
De communie-ritus van priester en gelovigen moet aldus geregeld worden:
In een Mis met gelovigen kan men, naar omstandigheden, vóór de postcommunie ofwel een ogenblik stilte in acht nemen ofwel een Psalm of Canticum zingen, bv. Ps. 33 'Benedicam Domino'; Ps. 150 'Laudate Dominum in sanctuario eius'; de cantica 'Benedicite', 'Benedictus es'.
Aan het einde van de Mis wordt het volk onmiddellijk vóór de wegzending gezegend. Het verdient aanbeveling, dat de priester het Placeat in stilte bidt bij het weggaan van het altaar.
Ook in Missen voor overledenen wordt de zegen gegeven en geschiedt de wegzending met de gebruikelijke formule Ite Missa est, tenzij onmiddellijk de absoute volgt; in dit geval zegt men Benedicamus Domino en gaat men, met weglating van de zegen, over tot de absoute.