H. Paus Paulus VI - 17 februari 1966
“Bekeert u en gelooft in de Blijde Boodschap” (Mc. 1, 15): het lijkt ons, dat wij die woorden van de Heer behoren te herhalen, nu de Kerk, na de gelukkige afsluiting van het Tweede Vaticaans Oecumenisch Concilie, haar weg als het ware met versnelde pas vervolgt. Wij zijn immers van mening, dat het onder de ernstige en dringende kwesties die onze pastorale bezorgdheid opeisen, niet onze laatste plicht is, om al onze zonen - en ook alle mensen van onze tijd die een godsdienstige mentaliteit bezitten - de betekenis en het belang van het goddelijk gebod van boetvaardigheid in te scherpen. Wij wensen aan deze plicht gehoor te geven. Wij worden ertoe aangespoord door de diepere kennis van de natuur van de Kerk en van haar betrekkingen met de wereld, die het concilie ons heeft gegeven.
Bij haar pogingen om haar eigen mysterie grondiger te bestuderen, heeft de Kerk tijdens het concilie een diepgaand onderzoek gewijd aan haar natuur. Zij heeft er de menselijke en goddelijke, de zichtbare en onzichtbare, de tijdelijke en eeuwige elementen diepgaand van onderzocht. Door vooral dieper in te gaan op de banden waardoor zij immers met Christus en zijn heilsactiviteit verbonden is, heeft zij duidelijker de opdracht laten uitkomen waartoe alle leden door God geroepen worden, om deel te nemen aan het werk van Christus, en ook aan zijn uitboeting. Vgl. 2e Vaticaans Concilie, Constitutie, Over de Kerk, Lumen Gentium (21 nov 1964), 5 Vgl. 2e Vaticaans Concilie, Decreet, Over het lekenapostolaat, Apostolicam Actuositatem (18 nov 1965), 1 Bovendien is de Kerk zich steeds duidelijker bewust geworden, dat zij - ofschoon krachtens goddelijke roeping heilig en onbesmet Vgl. Ef. 5, 27 - uit leden bestaat die door de zonde besmet kunnen worden en juist daarom voortdurend de bekering tot God en de levensvernieuwing nodig hebben, Vgl. 2e Vaticaans Concilie, Constitutie, Over de Kerk, Lumen Gentium (21 nov 1964), 8 Vgl. 2e Vaticaans Concilie, Decreet, Over de oecumene, Unitatis Redintegratio (21 nov 1964), 4.7.8 zowel innerlijk en individueel als uiterlijk en gemeenschappelijk. Vgl. 2e Vaticaans Concilie, Constitutie, Over de heilige liturgie, Sacrosanctum Concilium (4 dec 1963), 110 Tenslotte heeft de Kerk meer speciale aandacht gewijd aan haar zending in de wereld: Vgl. 2e Vaticaans Concilie, Constitutie, Over de Kerk in de wereld van deze tijd, Gaudium et Spes (7 dec 1965), 40 zij leert namelijk de mensen, hoe zij een goed gebruik moeten maken van de goederen van deze wereld en moeten meewerken aan de heiliging ervan; maar ook spoort zij haar zonen aan tot die heilzame onthouding, die hen beschermt tegen het gevaar, om zich op hun pelgrimstocht naar het hemels vaderland te laten hinderen door de dingen van deze wereld. Vgl. 1 Kor. 7, 31 Vgl. Rom. 12, 2 Vgl. 2e Vaticaans Concilie, Decreet, Over de oecumene, Unitatis Redintegratio (21 nov 1964), 6 Vgl. 2e Vaticaans Concilie, Constitutie, Over de Kerk, Lumen Gentium (21 nov 1964), 8.9 Vgl. 2e Vaticaans Concilie, Constitutie, Over de Kerk in de wereld van deze tijd, Gaudium et Spes (7 dec 1965), 37.38.93