TOT HET CONGRES BIJ GELEGENHEID VAN HET 7E EEUWFEEST VAN SINT-THOMAS VAN AQUINO
(Soort document: H. Paus Paulus VI - Toespraak)
H. Paus Paulus VI -
20 april 1974
TOT HET CONGRES BIJ GELEGENHEID VAN HET 7E EEUWFEEST VAN SINT-THOMAS VAN AQUINO
Wij zijn zeer verheugd aanwezig te zijn bij jullie, hier verenigd om, bij het 7e eeuwfeest van zijn dood, de gedachtenis van Sint-Thomas van Aquino te vieren, omwille van de eer die op deze wijze wordt verleend aan deze Heilige Leraar en omwille van de betekenis die een zo talrijke en gezaghebbende steun kan leveren aan de Kerk van God en aan de cultuur van de huidige wereld.
Ons welbehagen neemt toe bij de herkenning dat de eerbetuiging voor de illustere middeleeuwse meester niet enkel een erkenning is van zijn grote persoonlijkheid en de krachtige en beslissende invloed die zijn werk zowel op het denken van zijn tijd als ook gedurende de volgende eeuwen gehad heeft, maar ook een opnieuw aantreffen is van een heldere en betekenisvolle getuigenis van zijn actualiteit. Jullie tussenkomst, illustere heren en beroemde docenten als ook wijze kenners, toont aan dat de stem van Sint-Thomas van Aquino niet zomaar een echo is uit het hiernamaals, zoals deze van vele andere beroemde denkers, waarin onze moderne cultuur haar behagen vindt bij herinneren van de geschiedenis, en bij het ontcijferen van de intellectuele kracht die zij ten toon hebben gespreid bij het doordringen van de geheimen van het heelal, of bij het hervinden, in hun persoonlijke beschouwingen, van een rijkdom aan originele en mooie uitdrukkingen; maar het toont vooral dat deze stem van de onvergelijkbare zoon van Sint-Dominicus ook tot ons verstand spreekt als de stem van een levende meester, waarbij het luisteren naar zijn onderricht ons dierbaar is omwille van de inhoud die ook vandaag geldig en actueel is, een inhoud waarvan niet weinigen onder jullie de dringende en zeker niet verwaarloosbare noodzaak van inzien.
Aangezien Wij zelf nu geen bijdrage zullen leveren aan de zeer vele en zeer interessante toespraken en verslagen, behouden Wij ons veeleer de hoop voor dat vele uitstekende studies verzameld zullen worden in een waardige publicatie en ook voor Ons enigermate toegankelijk zullen zijn, tenminste in de
horae successivae van Ons drukkende dienstwerk.
Wij zouden veeleer de interesse die jullie wijden aan Sint-Thomas willen loven en aanmoedigen: wij menen dat deze interesse zeer waardevol is voor jullie intellectueel werk en niet zonder nut voor jullie eigen persoon, die zoveel als mogelijk op zoek zijt naar het bereiken van de hoogste Wijsheid, die samenvalt met het ware Leven.
Wij willen echter de uitgelezen gelegenheid, die Ons hier gegeven wordt, niet laten verloren gaan om jullie leerlingen, of tenminste jullie zelf, kenners van het denken, eraan te herinneren hoe nuttig het vandaag kan zijn om nog tot de school van Sint-Thomas te behoren (zoals ook overigens, vanwege de gemeenschappelijke verdienste, tot de school van de andere voortreffelijke scholastiekers) om, voorafgaand aan elke andere wetenschap, de kunst van het goede denken te leren. Wij beperken ons op dit moment tot het vermelden van de methode, de intellectuele pedagogie.
Travailler à bien penser, zo waarschuwt Pascal ons.
Vgl. Blaise Pascal, Gedachten, Pensées. 347 We dienen met andere woorden aandacht te hebben voor de logica. Wij bedoelen de logica in brede en ware zin, dit wil zeggen, het rigoureuze en eerlijke gebruik van het verstand in de zoektocht naar de waarheid van de dingen en van het leven.
Waarom deze aanbeveling? Wij vrezen immers dat de kenvermogens van de nieuwe generatie gemakkelijk aangetrokken en verleid worden tot het genoegen nemen met het gemak en de toevloed van zintuiglijke kennis en wetenschappelijke kennis van de fenomenen, d.w.z. die uitwendig zijn aan de menselijke geest, en afgeleid worden van de systematische en veeleisende inspanning om op te klimmen naar de hogere redenen van zowel de kennis als van het zijn. Wij vrezen een gemis van de wijsbegeerte, welke authentiek en deugdzaam is om vandaag het menselijke denken te ondersteunen in zowel de coherente en verdergaande wetenschappelijke inspanning als ook in het bijzonder in de vorming van de geest om de waarheid als zodanig te vatten, een wijsbegeerte die dus geschikt is om de menselijke geest een wijds en diep inzicht te geven –een inzicht waartoe zij nochtans bestemd is-, met het gevaar om de hoogste maar tevens fundamentele en elementaire kennis niet te bereiken, een kennis die de menselijke geest verzamelt om zo zijn ware bestemming te bereiken en de gelukkige kennis van de goddelijke wereld, weliswaar enkel het begin ervan maar toch onmisbaar; te bezitten. Daarentegen zijn Wij echter zeker ervan dat een juiste, eerlijke en strenge beoefening van het wijsgerig denken de geest op voorhand geschikt maakt om ook de bovennatuurlijke boodschap van het goddelijke licht, dat men geloof noemt, te ontvangen: zo zegt de Heer:
qui facit veritatem venit ad lucem - (wie de waarheid doet, komt naar het licht toe) (
Joh. 3, 21) .
De school van Sint-Thomas kan voor ons een elementaire maar providentiële propedeuse zijn voor dit intellectueel alpinisme, zowel filosofisch als theologisch. Dit vereist inderdaad het respect voor de wetten van het denken zowel in de analyse als in de synthese, zowel in het inductieve onderzoek als in de deductieve conclusie en is onmisbaar om de toppen van de waarheid te veroveren en de menselijke geest de zinloze ervaring van illusoire en vaak fragiele constructies te besparen. Er is nog een ander doel, steeds op het gebied van de didactiek, maar dat tamelijk belangrijk is in de economie van het denken en dit is de leerling gewoon maken (en wij allen zijn leerlingen wat betreft de kennis) om te redeneren krachtens subjectieve principes van de waarheid en objectieve principes van de werkelijkheid en niet volgens formules die de cultuur van de mode, die vaak wordt bevorderd door vele uitwendige en toevallige factoren, oplegt aan de mentaliteit van de omgeving of van een historisch moment. Het lijkt vreemd maar het is zo: Meester Thomas, verre van de leerling zijn persoonlijke en originele ken- en onderzoeksvermogen te ontzeggen, doet veeleer de
appetitus veritatis ontwaken, welke het denken verzekert van een altijd nieuwe vruchtbaarheid en de student van zijn eigen kenmerkende persoonlijkheid.
Teveel zou men u hierover dienen te zeggen. Maar deze eenvoudige observaties mogen volstaan om jullie allen, bevorderaars van de thomistische studies, te verzekeren van Onze achting en om jullie veelvormig en krachtig werk aan te moedigen: het denken, vooral het wijsgerig denken, zal erdoor vermeerderen en het zal ook een gezonde en onmisbare voeding zijn voor het religieuze denken, het geloof, dat niet tegengesteld is aan de rede, omdat het waar is wat Sint-Thomas zegt:
Credere est cum assensione cogitare (Geloof is met instemming denken).
H. Thomas van Aquino, Summa Theologiae. I-IIae, 2, 1
Aan allen Onze Zegen.
© 2008, Vertaling uit het Italiaans: Drs. J. Vijgen