
H. Paus Johannes Paulus II - 22 november 1981
Sommigen voelen er zich als het ware toe genoodzaakt door moeilijke situaties - economische, culturele en godsdienstige - in zover zij, door op wettige wijze te trouwen, blootgesteld zouden worden aan schade, aan het verlies van economische voordelen, aan onrechtvaardige discriminatie enz. Bij anderen daarentegen ontmoet men een houding van minachting, van verzet of verwerping van de maatschappij, van het gezin als instituut, van de sociaal-politieke orde, of een houding van alleen maar genot zoeken. Anderen tenslotte worden ertoe gedwongen door volstrekte onwetendheid of uiterste armoede, soms door een situatie die ontstaan is uit werkelijk onrechtvaardige omstandigheden, of uit een bepaalde psychische onrijpheid die hen onzeker maakt en bevreesd een vaste en definitieve verbintenis aan te gaan. In sommige landen erkennen de traditionele gewoonten het echte en eigenlijke huwelijk eerst na een periode van samenleving en na de geboorte van het eerste kind.
Al deze elementen stellen de Kerk voor moeilijke pastorale problemen wegens de ernstige gevolgen die eruit voortvloeien, zowel godsdienstige als zedelijke (verlies van de godsdienstige betekenis van het huwelijk, voor zover het beschouwd wordt als een verbond van God met zijn volk; beroving van de genade van het sacrament; zware ergernis) alsook sociale (afbraak van het begrip "gezin"; verzwakking van de zin voor trouw, ook jegens de maatschappij; mogelijke psychische trauma's bij de kinderen; versterking van het egoïsme).
De herders en de kerkelijke gemeenschap zullen deze situaties en hun ware oorzaken moeten kennen, geval voor geval om samenlevenden met discretie en respect te benaderen; zij moeten te werk gaan met de geduldige voorlichting, liefdevolle correctie en christelijk gezinsgetuigenis die de weg kunnen effenen voor het gezondmaken van deze situatie. Maar zij moeten vooral preventief te werk gaan, door de zin van trouw te ontwikkelen in heel de zedelijke en godsdienstige opvoeding van de jongeren; door hen te onderrichten over de voorwaarden en de structuren die de trouw begunstigen, zonder welke er geen werkelijke vrijheid bestaat; door hen te helpen geestelijk rijper te worden, door hen de echte menselijke en bovennatuurlijke rijkdom van het sacrament van het huwelijk te leren begrijpen.
Het volk Gods moet ook de burgerlijke overheid bewerken, opdat deze weerstand biedt aan de tendensen die de maatschappij zelf ontbinden en schadelijk zijn voor de waardigheid, het welzijn en de voorspoed van de afzonderlijke burgers en opdat zij zich inspant om te voorkomen dat de publieke opinie ertoe gebracht wordt het belang van het huwelijk en het gezin als instituut te onderschatten. En aangezien in veel streken de jongeren, wegens de uiterste armoede die het gevolg is van onrechtvaardige of ontoereikende sociaaleconomische structuren, niet in staat zijn op passende wijze te trouwen, moeten de maatschappij en de regeringen het wettige huwelijk begunstigen door een gezinsinkomen te garanderen, door beslissingen te nemen over een huisvesting die geschikt is voor het gezinsleven, door passende arbeids- en levensmogelijkheden te verschaffen.