H. Paus Johannes Paulus II - 22 november 1981
"Aangezien de ouders het leven aan de kinderen hebben doorgegeven, hebben zij de ernstige plicht hen op te voeden; zij moeten daarom gezien worden als hun eerste en voornaamste opvoeders. Hun taak van opvoeding is zo belangrijk dat zij nauwelijks vervangen kan worden, als zij komt te ontbreken. Het valt inderdaad aan de ouders te beurt in de schoot van het gezin een atmosfeer te scheppen die bezield wordt door liefde en eerbied jegens God en de mensen en die gunstig is voor de algehele opvoeding van de kinderen in persoonlijke en maatschappelijke zin. Het gezin is dus de eerste school voor maatschappelijke deugden, die juist voor iedere samenleving nodig zijn". 2e Vaticaans Concilie, Verklaring, Over de Christelijke opvoeding, Gravissimum Educationis (28 okt 1965), 3
Het recht en de plicht van de ouders tot onderricht wordt
Men mag allerminst vergeten dat, boven deze kenmerken uit, het meest fundamentele element dat de opvoedkundige taak van de ouders omschrijft, de vader- en moederliefde is welke in het werk van de opvoeding haar vervulling vindt als volledige en volmaakte dienst aan het leven; de ouderliefde wordt daarom van bron tot ziel en daarom tot norm die heel de concrete activiteit van de opvoeding inspireert en leidt en haar verrijkt met de waarden van tederheid, standvastigheid, goedheid, dienstbaarheid, belangeloosheid en bereidheid tot zelfverloochening en opoffering die de meest kostbare vruchten zijn van de liefde.