H. Paus Johannes Paulus II - 22 november 1981
Terwijl de Kerk zich verheugt over de resultaten die reeds bereikt zijn door het wetenschappelijk onderzoek voor een meer nauwkeurige kennis van het ritme van de vruchtbaarheid van de vrouw, en terwijl zij aanspoort tot een meer geregelde en ruimere uitbreiding van dit onderzoek, moet zij op dit gebied met hernieuwde kracht een beroep doen op de verantwoordelijkheid van allen - artsen, deskundigen, huwelijksconsulenten, opvoeders, echtparen - die de gehuwden doeltreffend kunnen helpen om lief te hebben in respect voor de structuur en de doeleinden van de huwelijksdaad, die uitdrukking is van hun liefde. Dit betekent een grotere, meer beslissende en meer systematische inspanning om de natuurlijke methoden van geboortebeperking te doen kennen, waarderen en toepassen. Vgl. H. Paus Johannes Paulus II, Toespraak, Tot vertegenwoordigers van Centre de Liaison des Equipes de Recherche (3 nov 1979), 9 Vgl. H. Paus Johannes Paulus II, Toespraak, Tot de deelnemers aan het eerste congres voor de gezinnen in Afrika en Europa (15 jan 1981)
Een kostbaar getuigenis kan en moet gegeven worden door die echtparen die door hun gezamenlijke inspanning in de periodieke onthouding gekomen zijn tot een rijper persoonlijk eigen oordeel over de liefde en het leven. Zoals Paulus VI schreef:
"Aan hen vertrouwt de Heer de taak toe aan de mensen de heiligheid en de liefelijkheid zichtbaar te maken van de wet die de wederzijdse liefde van de echtgenoten verenigt met hun medewerking aan de liefde van God, de Schepper van het menselijk leven". H. Paus Paulus VI, Encycliek, Het menselijk leven en geboorteregelingen, Humanae Vitae (25 juli 1968), 25