H. Paus Johannes Paulus II - 22 november 1981
Terugkeer naar het "begin" van Gods scheppingshandelen is dan ook een noodzaak voor het gezin, als het zichzelf wil kennen en verwezenlijken volgens de innerlijke waarheid, niet alleen van zijn wezen maar ook van zijn historisch handelen. En aangezien het gezin volgens de goddelijke bedoeling is gesticht als "intieme gemeenschap van leven en van liefde" 2e Vaticaans Concilie, Constitutie, Over de Kerk in de wereld van deze tijd, Gaudium et Spes (7 dec 1965), 48 heeft het de zending steeds meer te worden wat het is, gemeenschap van leven en liefde dus, in een streven dat die, zoals voor iedere geschapen en verloste realiteit, zijn vervulling zal vinden in het Rijk Gods. In een perspectief dat doordringt tot de wortels van de werkelijkheid, moet men dan ook zeggen dat het wezen en de taken van het gezin uiteindelijk bepaald worden door de liefde. Daarom ontvangt het gezin de zending de liefde te bewaren, te openbaren en mede te delen, bij wijze van levende weerkaatsing van en waarachtige deelname aan de liefde van God voor de mensheid en de liefde van Christus de Heer voor zijn bruid de Kerk.
Iedere afzonderlijke taak van het gezin is de uitdrukking en de zekere en concrete verwerkelijking van deze fundamentele zending. Het is daarom nodig dieper door te dringen in de bijzondere rijkdom van de zending van het gezin en de buitengewone inhoud ervan in zijn eenheid en veelvuldigheid te peilen.
In deze zin heeft de recente synode, uitgaande van de liefde en er voortdurend naar verwijzend, vier algemene taken van het gezin onder de aandacht gebracht: