Christus gaat door de straten van onze steden en houdt stil voor de deur van onze huizen: “Ik sta voor de deur en Ik klop. Als iemand mijn stem hoort en de deur opent, zal Ik bij hem binnenkomen en maaltijd met hem houden” (
Openb. 3, 20). Het gezin dat binnen de muren van het huis leeft met al zijn vreugde en verdriet, is een fundamentele plek waar het woord van God een plaats moet krijgen. De Bijbel staat vol kleine en grote verhalen over families en de Psalmist schets levendig het serene beeld van een vader die aan tafel zit, omringd door zijn vrouw, als een vruchtbare wijnstok, en zijn kinderen, “als olijventakken” (
Ps. 128). Zo viert het christendom van oudsher de liturgie in het dagelijkse gezinsleven, zoals ook Israël de viering van het Pascha aan de families toevertrouwde
Vgl. Ex. 12, 21-27
. De verspreiding van Gods woord wordt van generatie op generatie doorgegeven, zodat de ouders “de eerste geloofsverkondigers” zijn
2e Vaticaans Concilie, Constitutie, Over de Kerk, Lumen Gentium (21 nov 1964), 11. En ook in de Psalmen lezen we: “Al wat wij gehoord hebben en begrepen, wat ons door de vaderen is verteld, Wij zullen het niet voor hun kinderen verbergen, maar zeggen het voort aan het komend geslacht. De roem van de Heer, zijn machtige daden, de wondertekens die Hij heeft verricht... Zodat ook die later nog worden geboren, het zullen beseffen en op hun beurt het weer aan hun kinderen door zullen geven“ (
Ps. 78, 3-4.6).
Daarom moet er in elk huishouden een Bijbel zijn, die op een zichtbare, waardige plaats wordt bewaard en waaruit wordt gelezen en gebed, terwijl er in het gezin tegelijkertijd vorm wordt gegeven aan de opvoeding in het gebed en catechetisch onderricht over de manier waarop je met de Schrift omgaat, zodat “jonge mannen en jonge meisjes, grijsaards en kinderen, allen bijeen” (
Ps. 148, 12) het woord van God mogen horen, begrijpen, verheerlijken en in praktijk brengen. Met name de nieuwe generatie, kinderen en jongeren, moeten op een goede en gerichte manier worden onderwezen, zodat zij gefascineerd raken door Christus en de deur tot hun hart en geest openstellen, ook door kennis te maken met de oprechte getuigenissen van volwassenen, de positieve invloed van vrienden en het warme gezelschap van de kerkelijke gemeenschap.