Het is voldoende bekend, dat opstand en revolutie - afgezien van het geval van een evidente en langdurige tirannie waardoor de fundamentele rechten van de menselijke persoon worden aangetast en ernstige schade wordt toegebracht aan het algemeen welzijn van een land - de bron zijn van nieuw onrecht, nieuwe tegenstellingen scheppen en nieuwe moordpartijen teweegbrengen. Men mag een werkelijk bestaand kwaad niet bestrijden door het aanrichten van een nog groter onheil.