• Database vol kerkelijke documenten
  • Geloofsverdieping
  • Volledig in het Nederlands
  • Beheerd door vrijwilligers

Zoeken in kerkelijke documenten en berichten

x
Op basis van dit breed opgezette bewustmakingsprogramma zal dan overgegaan kunnen worden tot de tweede fase, die van de eigenlijke voorbereiding. Deze zal zich over drie jaar uitstrekken, van 1997 tot 1999. De structuur van deze drie jaren, met Christus, de mensgeworden Zoon van God, als het centrale thema, zal noodzakelijkerwijze theologisch, dat wil zeggen trinitair van aard zijn.
Het eerste jaar, 1997, zal dus gewijd zijn aan het nadenken over Christus, Woord van de Vader, door de werking van de heilige Geest mens geworden. Het uitgesproken christologisch karakter van het Jubileum dient immers duidelijk naar voren te worden gebracht, want het wil de menswording vieren van de Zoon van God, heilsmysterie voor heel de mensheid. Het door veel kardinalen en bisschoppen voor dit jaar voorgestelde algemene thema is: "Jezus Christus, de enige Redder van de wereld, gisteren, vandaag en in eeuwigheid" Vgl. Heb. 13, 8 .

Onder de door het Consistorie genoemde christologische onderwerpen komen vooral de volgende naar voren: een nieuw zicht op Christus Heiland en Evangelieverkondiger, waarbij in het bijzonder verwezen wordt naar het vierde hoofdstuk van het Lucas-evangelie: hierin is het thema van Christus, gezonden om de Blijde Boodschap aan te kondigen, nauw verweven met dat van het Jubileum, een dieper verstaan van het mysterie van zijn menswording en geboorte uit de maagdelijke schoot van Maria, de noodzaak van geloof in Hem voor het heil. Om Christus werkelijk te leren kennen zoals Hij is, dienen de christenen, vooral tijdens dit jaar, met hernieuwde aandacht de bijbel ter hand te nemen, "ofwel door de aan het woord van God zo rijke heilige liturgie, ofwel door vrome lezing of door geëigende instellingen en andere hulpmiddelen" 2e Vaticaans Concilie, Constitutie, Over de Goddelijke openbaring, Dei Verbum (18 nov 1965), 25. De hemelse Vader komt ons immers zelf in de geopenbaarde tekst tegemoet en verwijlt met ons, waarbij Hij ons de natuur doet kennen van zijn enige Zoon en zijn heilsplan voor de mensheid Vgl. 2e Vaticaans Concilie, Constitutie, Over de Goddelijke openbaring, Dei Verbum (18 nov 1965), 2.

Het eerder vermelde streven, in de loop van dit jaar de sacramenten te actualiseren, zal kunnen steunen op de herontdekking van het doopsel als fundament van het christelijk leven, volgens het woord van de apostel: "want gij allen die in Christus zijt gedoopt, zijt met Christus bekleed" (Gal. 3, 27). Zijnerzijds wijst de Catechismus-Compendium
Catechismus van de Katholieke Kerk
(15 augustus 1997)
erop dat "het Doopsel de grondslag vormt voor de eenheid onder alle christenen, ook met hen die nog niet ten volle in gemeenschap met de katholieke kerk leven". Catechismus-Compendium, Catechismus van de Katholieke Kerk (15 aug 1997), 1271 Juist oecumenisch gezien zal het een zeer belangrijk jaar zijn om tezamen de blik te richten op Christus, de enige Heer, en te streven naar de éénheid in Hem overeenkomstig zijn gebed tot de Vader. Wanneer de centrale plaats van Christus, van het Woord van God en van het geloof wordt benadrukt, zal dit zeker bij de christenen van de andere confessies belangstelling wekken en gunstig worden ontvangen.
Alles dient te zijn gericht op het allereerste doel van het Jubileumjaar, namelijk de versterking van het geloof en het getuigenis van de christenen. Daartoe moet bij alle gelovigen een werkelijk verlangen naar heiligheid worden gewekt, een sterke begeerte naar bekering en persoonlijke vernieuwing, in een klimaat van steeds inniger gebed en van solidariteit met de naaste, met name met de meest noodlijdenden.

Het eerste jaar zal dus een gunstig moment zijn voor een hernieuwde waardering van de katechese in haar oorspronkelijke betekenis van "leer van de apostelen" (Hand. 2, 42) over de persoon van Jezus Christus en zijn heilsmysterie. Daartoe zal een gedegen bestudering van de Catechismus-Compendium
Catechismus van de Katholieke Kerk
(15 augustus 1997)
zeer nuttig zijn: deze "zet getrouw en systematisch uiteen wat de leer is van de heilige Schrift, van de levende overlevering van de kerk en van het ware leerambt, en daarnaast ook het geestelijk erfgoed van de kerkvaders, de heiligen van de Kerk, om het christelijk geheim beter te kunnen leren kennen en het geloof van het Volk van God te verlevendigen". H. Paus Johannes Paulus II, Apostolische Constitutie, Publicatie Katechismus van de Katholieke Kerk, Fidei Depositum (11 okt 1992) Om realistisch te zijn zal men niet mogen vergeten het geweten van de gelovigen voor te lichten over de dwalingen omtrent de persoon van Christus, door de bezwaren tegen Hem en tegen de Kerk op te helderen.

De beschouwing van de heilige Maagd, die gedurende de hele voorbereidingsfase als het ware 'indirect' aanwezig zal zijn, zal in dit eerste jaar vooral uitgaan naar het geheim van haar goddelijk moederschap. In haar schoot is het Woord vlees geworden! Als er gesteld wordt dat Christus de centrale plaats bekleedt, moet dit noodzakelijk gepaard gaan met de erkenning van de rol die zijn heilige Moeder heeft gespeeld. Wanneer haar verering goed wordt verstaan, wordt "aan de waardigheid en werkdadigheid van Christus, de enige Middelaar, niets afgedaan, niets toegevoegd". 2e Vaticaans Concilie, Constitutie, Over de Kerk, Lumen Gentium (21 nov 1964), 62 Maria wijst steeds op haar goddelijke Zoon, en zij wordt aan alle gelovigen voorgehouden als model van doorleefd geloof. "De kerk, die in vrome overweging bij haar verwijlt en haar in het licht van het mens geworden Woord beschouwt, dringt met ontzag verder door in het diepste mysterie van de Incarnatie en wordt met haar Bruidegom steeds meer gelijkvormig." 2e Vaticaans Concilie, Constitutie, Over de Kerk, Lumen Gentium (21 nov 1964), 58

Het jaar 1998, het tweede jaar uit de voorbereidingsfase, zal speciaal gewijd zijn aan de Heilige Geest en aan zijn heiligmakende aanwezigheid binnen de gemeenschap van Christus' volgelingen. "Het grote Jubileum dat het tweede millennium zal besluiten", - zoals ik schreef in de encycliek H. Paus Johannes Paulus II - Encycliek
Dominum et vivificantem
Over de Heilige Geest in het leven van de Kerk en de wereld
(18 mei 1986)
- "... heeft een pneumatologisch karakter, omdat het mysterie van de menswording geschied is 'door de Heilige Geest'. Het is 'bewerkt' door de Geest die, één in wezen met de Vader en de Zoon, in het absolute mysterie van de drie-ene God de persoon is die liefde is, de ongeschapen gave die de eeuwige bron is van iedere schenking welke van God komt in de orde van de schepping, en het onmiddellijk beginsel en in zekere zin het subject van de zelfmededeling van God in de orde van de genade. Het mysterie van de menswording vormt het hoogtepunt van deze schenking, van deze goddelijke zelfmededeling.". H. Paus Johannes Paulus II, Encycliek, Over de Heilige Geest in het leven van de Kerk en de wereld, Dominum et vivificantem (18 mei 1986), 50

De Kerk kan zich op het komende Jubileum "niet anders voorbereiden dan in de Heilige Geest. Wat zich 'op de volheid van de tijd' voltrokken heeft door de heilige Geest, kan nu alleen door Hem oprijzen uit het geheugen van de kerk." H. Paus Johannes Paulus II, Encycliek, Over de Heilige Geest in het leven van de Kerk en de wereld, Dominum et vivificantem (18 mei 1986), 51

Inderdaad is het de Geest die in de kerk van alle tijden en plaatsen de enige Openbaring tegenwoordig stelt die Christus aan de mensen heeft gebracht, door haar in ieders hart te doen leven en werkzaam te doen zijn. "De Helper, de Heilige Geest, die de Vader in mijn Naam zal zenden, Hij zal u alles leren en u alles in herinnering brengen wat Ik u gezegd heb" (Joh. 14, 26).

Tot de belangrijkste opgaven bij de voorbereiding op het Jubileum behoort daarom de herontdekking van de aanwezigheid en het werken van de Geest. Hij is in de Kerk werkzaam door de sacramenten, vooral door het Vormsel, alsmede in de verschillende charisma's, taken en bedieningen die door Hem voor het welzijn van de Kerk worden verwekt. "Eén is de Geest, die volgens de maat van zijn rijkdom en overeenkomstig de noodzaak van de bedieningen zijn veelvuldige gaven uitdeelt ten bate van de kerk. Vgl. 1 Kor. 12, 1-11 Tussen die gaven is de genade van de apostelen de voornaamste: aan hun gezag onderwerpt de Geest zelf ook de charismatisch begaafden. Vgl. 1 Kor. 14 Door zichzelf en zijn kracht via de inwendige saamhorigheid van de leden maakt dezelfde Geest het lichaam één: Hij is het die de liefde tussen de gelovigen bewerkt en ertoe aanspoort." 2e Vaticaans Concilie, Constitutie, Over de Kerk, Lumen Gentium (21 nov 1964), 7

Ook in onze dagen is de Geest degene die in de nieuwe evangelisatie de voornaamste rol vervult. Het is dus van groot belang, de Geest opnieuw te ontdekken als degene die het Rijk van God in de loop van de geschiedenis opbouwt en die de volledige openbaring ervan in Jezus Christus voorbereidt, doordat Hij de mensen van binnenuit bezielt en in het leven van de mensen de kiemen doet ontluiken van het volle heil dat aan het einde van de tijden zal komen.

In dit eschatologisch perspectief worden de gelovigen opgeroepen om de goddelijke deugd van de hoop weer te ontdekken, waarvan zij "hebben vernomen, toen het evangelie, het woord van de waarheid tot hen kwam" (Kol. 1, 5). De grondhouding van hoop spoort de christen enerzijds aan om het laatste doel, dat aan heel zijn leven zin en betekenis geeft, niet uit het oog te verliezen, en anderzijds biedt zij hem hecht gefundeerde redenen om iedere dag opnieuw zo te werken aan de omvorming van de werkelijkheid dat deze beantwoordt aan Gods bedoeling.

Zo schrijft Paulus: "Wij weten immers dat de hele natuur kreunt en barensweeën lijdt, altijd door. En niet alleen zij, ook wij zelf, die toch reeds de eerstelingen van de Geest hebben ontvangen, ook wij zuchten over ons eigen lot, zolang wij nog wachten op de verlossing van ons lichaam. In deze hoop zijn wij gered" (Rom. 8, 22-24). De christenen worden opgeroepen zich op het grote Jubileum van het derde millennium voor te bereiden door hun hoop te verlevendigen op de definitieve komst van het koninkrijk van God dat zij van dag tot dag voorbereiden in hun inwendig leven, in de gemeenschap waartoe zij behoren, in hun eigen maatschappelijke situatie, en zo ook in de geschiedenis van de wereld.

Daarnaast dient men ook de tekenen van hoop te laten zien en beter te doen verstaan, die ondanks de schaduwen waardoor ze vaak voor onze ogen verborgen blijven, in het laatste deel van deze eeuw aanwezig zijn. Zulke tekenen van hoop zijn op wereldlijk terrein de vorderingen op wetenschappelijk en technisch gebied en vooral op het gebied van de geneeskunde in dienst van het menselijk leven; een groter verantwoordelijkheidsbesef voor het milieu; datgene wat er gedaan wordt om vrede en gerechtigheid te herstellen overal waar deze geschonden worden; het verlangen naar verzoening en solidariteit tussen de verschillende volkeren, met name bij de ingewikkelde betrekkingen tussen Noord en Zuid in de wereld, enzovoorts. Op kerkelijk terrein zijn deze tekenen: een aandachtiger luisteren naar de stem van de Geest door de openheid voor charisma's en de emancipatie van de leken; de intensieve inzet voor de zaak van de eenheid van alle christenen; de grote aandacht voor het gesprek met de andere godsdiensten en de moderne cultuur, enzovoorts.

Tijdens het tweede voorbereidingsjaar zal de aandacht van de gelovigen in het bijzonder dienen uit te gaan naar de betekenis van de inwendige eenheid van de Kerk, waarop de verschillende, door de Geest in haar gewekte gaven en charisma's gericht zijn. Wat dit betreft zal het goed zijn, dieper in te gaan op de leer van Vaticanum II op het gebied van de ecclesiologie, zoals deze met name in de Dogmatische Constitutie 2e Vaticaans Concilie - Constitutie
Lumen Gentium
Over de Kerk
(21 november 1964)
is neergelegd. Dit belangrijke document heeft uitdrukkelijk onderstreept dat de eenheid van het Lichaam van Christus gebaseerd is op het handelen van de Geest, gewaarborgd wordt door het apostolisch ambt en gedragen wordt door onderlinge liefde. Vgl. 1 Kor. 13, 1-8  Door deze catechetische verrijking van het geloof zullen de leden van het Volk van God ongetwijfeld tot een rijper bewustzijn van hun verantwoordelijkheden en tot een levendiger besef van de betekenis van de kerkelijke gehoorzaamheid gebracht worden. Vgl. 2e Vaticaans Concilie, Constitutie, Over de Kerk, Lumen Gentium (21 nov 1964), 37

Maria, die door de Heilige Geest het mensgeworden Woord ontving en die daarna haar hele leven liet leiden door de inwendige werking van de Geest, zal in de loop van dit jaar vooral worden beschouwd en nagevolgd als de vrouw die trouw was aan de stem van de Geest, als de vrouw van stilte en luisteren, de vrouw van het hopen die zoals Abraham de wil van God wist te aanvaarden, "hopend tegen alle hoop in" (Rom. 5, 18). Het verlangend uitzien van de armen van de Heer is in haar tot volkomenheid gekomen, en zij is het stralend voorbeeld voor allen die van ganser harte hun vertrouwen stellen op de beloften van God.

Document

Naam: TERTIO MILLENNIO ADVENIENTE
Nu het derde millennium van de nieuwe tijd nadert
Soort: H. Paus Johannes Paulus II - Apostolische Brief
Auteur: H. Paus Johannes Paulus II
Datum: 10 november 1994
Copyrights: © 1997, SRKK, Utrecht
Vertaling: F. van Voorst tot Voorst s.j.
Bewerkt: 8 januari 2020

Opties

Internetadres
Print deze pagina
Dit document bestellen
Startpagina van dit document
Inhoudsopgave van dit document
Referenties naar dit document
Referenties vanuit dit document
RK Documenten wordt mogelijk gemaakt door donaties van gebruikers.
© 1999 - 2023, Stg. InterKerk, Schiedam, test