PUBLICA HAEC SESSIOBij de VIIIe Sessie van het Concilie
(Soort document: H. Paus Paulus VI - Toespraak)
H. Paus Paulus VI -
18 november 1965
Wij zullen thans niets zeggen over de buitengewone waarde van dit Concilie op godsdienstig, leerstellig, geestelijk, pastoraal en historisch plan, noch over de mysteries van wijsheid en genade die het ons ter overweging biedt en nog lang daarna bieden zal, en ook niet over de hernieuwingen die de beslissingen van het Concilie hebben teweeggebracht zowel binnen de Kerk als in haar verhoudingen en betrekkingen tot de personen en zaken die haar omgeven: allemaal zaken die ieder van ons in zijn geest draagt als even zo vele vruchtbare onderwerpen tot overweging en motieven tot handelen. Over dit alles hebben wij immers reeds gesproken in voorgaande toespraken en onlangs in onze
H. Paus Paulus VI - Apostolische Exhortatie
Postrema Sessio
Schrijft gebeden voor b.g.v. de naderende sluiting van het Tweede Vaticaans Concilie
(4 november 1965) van 4 november laatstleden. Het ligt op dit ogenblik niet in onze bedoeling om de balans van geheel het Concilie op te maken; het zij ons hoogstens voldoende op te merken, dat het verloop ervan in alle opzichten ordelijk, regelmatig, vrij en vredig is geweest en, dank zij uw aanwezigheid en uw medewerking, plechtig, actief, vruchtbaar en zeer zeker weldadig. Geen enkel Concilie is in de Kerk van God veelomvattender geweest; geen enkel heeft actiever en rustiger werkzaamheden gekend met zo'n verscheidenheid aan onderwerpen die zo'n brede belangstelling hebben gewekt. Want het heeft beraadslaagd over het eigen leven van de Kerk, over onze christelijke medebroeders die nog van onze gemeenschap gescheiden zijn, over de andere, niet-christelijke godsdiensten en ook over het mensdom in het algemeen, waarvan wij in dit Concilie de ingewikkelde en zeer moeilijke problemen hebben leren kennen; wij hebben geleerd haar vuriger lief te hebben door ons bezig te houden met haar welzijn, haar vredig bestaan en haar gel uk. Laten wij God daarvoor loven, Hem alleen, onze beste en hoog verheven Vader, door Jezus Christus onze enige en zeer beminde Heer, in de Heilige Geest de Helper wiens liefde ons voedt, ons leidt en ons sterkt. God zij geloofd!

© 1966, Katholiek Archief 21e jrg nr. 7/8 p. 238-243
Alineanummering en -indeling door de redactie