H. Paus Johannes Paulus II - 28 september 1991
In het Evangelie vinden wij een waardevol oordeel ten aanzien van zulke situatie: “Wat zal het de mens baten indien hij de hele wereld aan zich onderwerpt maar zijn eigen ziel verliest?” (Mt. 16, 26) De ethische waarden zijn de weg naar verlossing voor de huidige samenleving.
De twintigste eeuw is de tijd van de grote veroveringen van de mens maar zij draagt in zich de misvorming ernstige ongeordendheden en holocausten ontketend heeft. De mens van onze tijd heeft de waarde van het leven ontdekt maar is op verschillende aspecten bezweken aan een cultuur van de dood.
Vanuit het standpunt van de christelijke moraal kunnen wij niet anders dan de aanslagen tegen het menselijke leven, de waardigheid van het gezin, de geestelijke en morele waarden van de mens, de religieuze onverschilligheid en het atheïstisch materialisme verwerpen.
In het midden van deze realiteit is de christen zich bewust dat hij tegen de stroom moet handelen, dat hij in het leven coherent moet zijn met wat hij in het geloof belijdt. “fides credenda et moribus applicanda”. 2e Vaticaans Concilie, Constitutie, Over de Kerk in de wereld van deze tijd, Gaudium et Spes (7 dec 1965), 25 De Voorzienigheid, die de menselijke geschiedenis leidt, toont ons vandaag een nieuwe horizon voor de opbouw van een nieuwe wereld. Na de val van nagenoeg alle totalitaire en verdrukkende regimes, gebouwd op een inadequate antropologie, worden wij uitgenodigd om een “gemeenschappelijk huis” op te bouwen waar het Oosten en het Westen, op basis van de christelijke waarden, samen kunnen leven en werken. Dit is een gelegenheid die de Voorzienigheid, die de orde van de geschapen dingen regelt, ons biedt maar Zij roept de mensen op tot een effectieve samenwerking. Op de ruïnes van een wereld die nood heeft aan geestelijke waarden moet een nieuwe wereld van solidariteit en christelijke broederlijkheid ontstaan. Het christelijke Europa heeft veel te danken aan het werk van de grote christelijke moraaltheologen. Zij herkent als architecten van de historische weg die zij afgelegd heeft zulke onderscheiden opvoeders van volkeren als Benedictus, Cyrillus en Methodius, Bernardus, Domenicus en Franciscus, Albertus de Grote en Thomas van Aquino, Ignatius van Loyola, Johannes van het Kruis, Alfonsus Maria de Liguori en anderen. Zij zijn het die ons de wegen van de christelijke moraal hebben getoond en ons uitgenodigd hebben om van ons bestaan een weg naar God te maken.
De grote crisissen van de geschiedenis zijn het resultaat van het feit dat mensen van hun weg afwijken.
Het Tweede Vaticaans Concilie heeft de tekenen van de tijd onderzocht en gezien dat onze maatschappij zich beweegt tussen de hoop en de vrees. De morele crisis van onze tijd heeft diepe wortels. Het Concilie heeft het atheïsme aangeduid als één van de meest ernstige verschijnselen van onze tijd. Vgl. 2e Vaticaans Concilie, Constitutie, Over de Kerk in de wereld van deze tijd, Gaudium et Spes (7 dec 1965), 19 De moderne mens, trots op zijn eigen verstand en vertrouwend op zijn eigen krachten, heeft aanvaard om alleen te leven en zijn eigen bestaan te seculariseren. Naast het verlies van het transcendente fundament, waarzonder de mens blijft hangen in de leegte, heeft hij de eigen autonomie toegevoegd aan de verbittering.
Ik ben er zeker van dat jullie op dit gebied gekomen zijn tot een diepgravend onderzoek van de problemen van onze tijd. Jullie hebben de rol van het geweten in existentiële keuzes beschouwd. Jullie hebben nagedacht over morele problemen die ontstaan door de wetenschap en de techniek en jullie hebben bovendien onderstreept dat in deze gebieden niet alles wat kan tevens toegelaten is. Het algemene principe is dat alles gericht moet zijn op de dienst aan de mens die in zich het beeld van God draagt.
Onze maatschappij vraagt vandaag de juiste verdeling van de goederen en de gepaste deelname aan het bestuur van het algemene welzijn.
Het Leergezag van de Kerk is altijd begaan geweest met de bevordering van de rechtvaardigheid en de vrede tussen mensen, met het richten van het geweten op waarden en rechten die aan de mens toebehoren. In al deze nieuwe gebieden heeft de Kerk steeds Haar inspiratie gevonden in het Evangelie, in het voorbeeld van Christus, ons model, die, zoals Lucas zegt “coepit facere et docere”.(Hand. 1, 1)
Indien onze toespraak over de ethiek in de huidige maatschappij coherent wil zijn, dan moet zij op de praktijk gericht zijn. Dit is een gebied waar kennis en beschouwing van de werkelijkheid niet volstaan, maar waar het vereist is dat de schepping van de nieuwe sociale werkelijkheid in harmonie is met de menselijke en christelijke moraal.
Jezus Christus nodigt de leerlingen uit om werkers te zijn voor de komst van het Rijk Gods. De waarden van het Rijk moeten ook het sociale leven van de aardse stad verlichten en inspireren. Het sociale leven is immers het resultaat van de activiteiten van de individuele personen die het dagelijkse netwerk uitmaken.
Studenten van Sint-Thomas, jullie worden uitgenodigd om zijn leer te bevorderen, een leer die ook vandaag nog geldig is voor de instelling van een maatschappij waar de moraal haar juiste plaats heeft en in staat is om het leven in al haar dimensies te besturen.
Sint-Thomas, “Doctor Humanitatis”, moge jullie bijstaan in deze belangrijke morele taak.
Met deze wensen, geef ik aan allen mijn zegen!