Paus Benedictus XVI - 12 september 2008
We kunnen dit alles op een meer eenvoudige manier als volgt uitdrukken: de Schrift heeft nood aan interpretatie en Zij heeft nood aan de gemeenschap waarin de Schrift gevormd is geworden en waarin Zij beleefd wordt. Enkel in deze gemeenschap bezit de Schrift haar eenheid en in deze gemeenschap toont zich de betekenis die de Schrift tot één geheel maakt. Anders gezegd: er zijn betekenisdimensies van het Woord en de woorden die zich enkel laten ontdekken in de geleefde gemeenschap van dit Woord dat de geschiedenis geschapen heeft. Door middel van de groeiende waarneming van de veelheid aan betekenissen wordt het Woord niet minder waard maar verschijnt integendeel het Woord in al haar grootsheid en waardigheid. Daarom kan de Catechismus-Compendium
Catechismus van de Katholieke Kerk
(15 augustus 1997) terecht stellen dat het christendom niet enkel in de klassieke zin van het woord een godsdienst van het boek is. Vgl. Catechismus-Compendium, Catechismus van de Katholieke Kerk (15 aug 1997), 108. Het christendom ziet in de woorden hét Woord, de Logos zelf, die Zijn mysterie ontvouwd door middel van deze veelheid en door middel van de werkelijkheid van een menselijke geschiedenis. Deze bijzondere structuur van de Bijbel is een uitdaging die steeds opnieuw aan elke generatie gesteld wordt. Het wezen zelf van wat de Bijbel is sluit per definitie elke vorm uit van wat men vandaag ‘fundamentalisme’ noemt. Immers, het Woord van God is nooit louter aanwezig in de letterlijkheid van de tekst. Om het Woord van God te bereiken is er een overschrijden nodig en een proces van verstaan dat zich laat leiden door de innerlijke beweging van het geheel van de teksten, een proces dat van hieruit tevens een proces van het leven moet worden. Het is enkel in de dynamische eenheid van hun geheel dat de vele boeken slechts één Boek vormen. Het Woord van God en Zijn handelen in de wereld tonen zich enkel in het woord en in de menselijke geschiedenis.