Paus Benedictus XVI - 12 september 2008
Om deze westerse, monastieke cultuur van het woord, die zich ontwikkeld heeft vanuit de innerlijke zoektocht naar God, te begrijpen, dient men tot slot minstens kort te verwijzen naar het bijzondere van het Boek of de Boeken waar langs dit Woord tot de monniken gekomen is.
Vanuit een zuiver historisch of literair oogpunt is de Bijbel niet zomaar een boek maar een verzameling van literaire teksten waarvan de samenstelling zich over méér dan duizend jaar uitstrekt en waarvan de afzonderlijke boeken niet makkelijk herkenbaar zijn als zijnde één geheel. Integendeel, er bestaan zichtbare spanningen tussen de verschillende boeken. Dit is reeds het geval in de Bijbel van Israël, welke wij, christenen, het Oude Testament noemen. Dit is des te meer het geval voor ons, christenen, wanneer wij het Nieuwe Testament en haar geschriften verbinden met de Bijbel van Israël en deze interpreteren als weg naar Christus. In het Nieuwe Testament wordt normalerwijze en terecht de Bijbel niet genoemd ‘de Schrift’, maar ‘de Schriften’, welke nochtans en vervolgens beschouwd worden in hun geheel als het enige Woord van God, gericht tot ons. Dit meervoud onderlijnt reeds op duidelijke wijze dat het Woord van God enkel tot ons komt door middel van het menselijke woord, door middel van menselijke woorden, d.w.z. dat God enkel tot ons spreekt in de menselijkheid van de mensen, door middel van hun woorden en geschiedenis. Dit impliceert dat het goddelijke aspect van het Woord en de woorden niet onmiddellijk vatbaar is. Modern gezegd: de eenheid van de Bijbelse boeken en het goddelijke karakter van hun woorden zijn niet vatbaar vanuit een louter historisch standpunt. Het historisch element betreft de veelheid en het menselijke. Dit verklaart de formule van een middeleeuws vers, welke op het eerste zicht ontgoochelend lijkt: Littera gesta docet – quid credas allegoria ... Vgl. Augustinus van Denemarken, Rotulus pugillaris. I. De letter leert de feiten – de allegorie, d.w.z. de christologische en pneumatische interpretatie, leert wat men dient te geloven.