Paus Benedictus XVI - 12 september 2008
Het fundamentele schema van de christelijke verkondiging ad extra, aan de mensen die, door middel van hun vragen, op zoek zijn, tekent zich af in de toespraak van Sint-Paulus op de Areopaag. Laten we niet vergeten dat in die tijd de Areopaag niet een soort van academie was waar de meest verstandige geesten zich verzamelden om te discussiëren over de meest verheven onderwerpen, maar een tribunaal inzake religie dat zich moest verzetten tegen het indringen van vreemde godsdiensten. Het is nét daar dat men Paulus beschuldigt: “Hij lijkt een prediker van vreemde godheden” (Hand. 17, 18). Daarop antwoordt Paulus: “Ik heb bij jullie een altaar ontdekt met het opschrift: ‘Aan een onbekende God’. Welnu, wat gij vereert zonder het te kennen, dat kom ik u verkondigen“ Vgl. Hand. 17, 23 . Paulus verkondigt geen onbekende goden. Hij verkondigt Hem die de mensen niet kennen en nochtans wel kennen: de Onbekende-Bekende. Hem is het die zij zoeken en waarvan zij ten diepste weet hebben en die toch de Onbekende, toch Diegene is, die niet kan gekend worden. Ten diepste weet het denken en voelen van de mens op enigerlei wijze dat God moet bestaan en dat aan de oorsprong van alle dingen niet de irrationaliteit maar de scheppende Rede staat, niet het blinde toeval maar de vrijheid. Niettegenstaande alle mensen dit op enigerlei wijze weten, zoals Paulus zegt in zijn Brief aan de Romeinen (Rom. 1, 21), blijft deze kennis toch ambigue: een God die enkel gedacht en uitgewerkt is door de menselijke geest is niet de ware God. Wat wij ook doen, indien Hij zich niet toont, zullen we nooit volledig tot bij Hem geraken. De nieuwheid van de christelijke verkondiging is de mogelijkheid om nu tot alle volken te zeggen: ‘Hij heeft zich getoond, Hij persoonlijk’. En nu ligt de weg die leidt naar Hem open. De nieuwheid van het christendom ligt niet in een gedachte maar in een feit: God heeft zich geopenbaard. Dit is geen naakt feit maar een feit dat zelf Logos, -aanwezigheid van de eeuwige Rede in ons vlees- is. Verbum caro factum est (Joh. 1, 14): op deze wijze is in wat gemaakt is, nu de Logos, de Logos is aanwezig midden onder ons. Dit is een rationeel feit. Nochtans is de nederigheid van het verstand noodzakelijk om dit te kunnen verwelkomen. De nederigheid van de mens is noodzakelijk om te kunnen antwoorden op de nederigheid van God.