AETERNI PATRISTer herstel van de christelijke wijsbegeerte naar de geest van Sint-Thomas van Aquino in de katholieke scholen
(Soort document: Paus Leo XIII - Encycliek)
Paus Leo XIII -
4 augustus 1879
Daarom zullen ook de natuurwetenschappen, die tegenwoordig zo hoog in ere staan en door zoveel schitterende ontdekkingen overal buitengewone bewondering wekken, van het herstel van de wijsbegeerte van de ouden zeer zeker geen nadeel, maar daarentegen zeer veel steun ontvangen. Wil immers haar beoefening en ontwikkeling vruchtbaar zijn, dan mag men niet bij de waarneming van het natuurgebeuren blijven stilstaan; maar wanneer de feiten geconstateerd zijn, moet men hogerop gaan en met schranderheid trachten de natuur van de stoffelijke dingen te ontdekken, de wetten, waaraan zij onderworpen zijn, op te sporen, en de diepste beginselen te vinden, waaruit hun onderlinge betrekkingen, hun éénheid in de verscheidenheid en hun onderlinge verwantschap bij Hun verschillen voortspruiten. Men zal verbaasd staan over het heldere licht en de krachtige hulp, die de scholastieke wijsbegeerte verschaft, mits zij verstandig onderwezen wordt.
Te dezer plaatse moet op de hoogst onrechtvaardige aantijging gewezen worden, dat de wijsbegeerte de voortgang en opbloei van de natuurwetenschappen zou tegenwerken. De scholastieken leerden in hun antropologie, hierin de leer van de kerkvaders voortzettend, telkens weer, dat 's mensen verstand slechts uit de zinnelijk waarneembare wereld tot de kennis van de niet-uitgebreide en onstoffelijke dingen opklimt. Zij begrepen daaruit vanzelf, hoe uiterst nuttig voor de wijsgeer de navorsing van de geheimen van de natuur en een langdurige en uitgebreide studie daarvan is. En hun handelwijze bevestigt dit. Immers, de H. Thomas, de zalige Albertus de Grote en de andere voorname denkers onder de scholastieken gaven zich nooit uitsluitend aan wijsgerige beschouwingen over, doch maakten tevens veel werk van de studie van de natuur. Zelfs worden niet weinige van hun uitingen en inzichten op dit gebied in de laatste tijd door geleerden met instemming aanvaard en als juist erkend. Bovendien getuigen meerdere en vooraanstaande fysici van onze tijd openlijk en ronduit, dat er tussen de vaststaande en erkende resultaten van de nieuwere natuurwetenschap en de beginselen van de scholastieke wijsbegeerte geen echte tegenstrijdigheid bestaat.
© 1941, Ecclesia Docens, Uitg. Gooi & Sticht, Hilversum 0128-3141
Vert.: Dr. H. Boelaars C.ss.R.