
15 april 1993
Het is niet alleen geoorloofd maar ook absoluut noodzakelijk om de precieze betekenis vast te stellen van de teksten zoals ze door hun auteurs zijn geschreven; men noemt dat de ‘letterlijke’ betekenis. Thomas van Aquino gaf reeds het wezenlijk belang aan van deze betekenis H. Thomas van Aquino, Summa Theologiae. I.q.1, a.10, ad 1.
De letterlijke betekenis mag niet verward worden met de “lettergebonden” betekenis (sens littéraliste) waar de fundamentalisten aan vast houden. Om de letterlijke betekenis van een tekst te achterhalen kan niet worden volstaan met het woord voor woord vertalen. De tekst moet worden verstaan volgens de literaire conventies van de tijd. Bij een metaforische tekst is de letterlijke betekenis niet dat wat direct resulteert uit de woordelijke vertaling (bijvoorbeeld “houdt uw lendenen omgord”, (Lc. 12, 35)), maar dat wat beantwoordt aan het overdrachtelijk gebruik van de woorden (“Ge moet beschikbaar zijn om te handelen”). Bij een verhaal houdt de letterlijke betekenis niet noodzakelijk in dat het vertelde werkelijk is gebeurd, want een verhaal is niet per se historisch van aard, maar kan het werk zijn van scheppende verbeeldingskracht.
De letterlijke betekenis van de Schrift is de betekenis die rechtstreeks is verwoord door de geïnspireerde menselijke schrijvers. Als vrucht van de inspiratie is die betekenis ook door God, de eerste auteur, gewild. Deze betekenis kan men achterhalen door de tekst binnen zijn literaire en historische context nauwkeurig te analyseren.
De voornaamste opdracht van de exegese is deze analyse te verrichten met gebruikmaking van alles wat literair en historisch onderzoek aan mogelijkheden te bieden heeft, met de bedoeling om de letterlijke betekenis van de Bijbelteksten zo nauwkeurig mogelijk vast te stellen Vgl. Paus Pius XII, Encycliek, Over de bevordering van de studie van de Heilige Schrift, Divino afflante Spiritu (30 sept 1943), 19. Daartoe is het bestuderen van de oude literaire genres bijzonder noodzakelijk Vgl. Paus Pius XII, Encycliek, Over de bevordering van de studie van de Heilige Schrift, Divino afflante Spiritu (30 sept 1943), 21.