
15 april 1993
Er zijn reeds talrijke voorbeelden van een dergelijke benaderingswijze. Een uitstekend voorbeeld is de wijze waarop in de geschiedenis het Hooglied werd gelezen; daarin ziet men hoe dat boek werd opgevat in de tijd van de kerkvaders, door de monniken van de Middeleeuwen en ook door een mysticus als Johannes van het Kruis.
Door deze benadering vanuit de geschiedenis kan men beter de betekenis van dat geschrift in al haar aspecten ontdekken. Zo ook is het in het Nieuwe Testament mogelijk en zinvol de betekenis van een perikoop (bijvoorbeeld die van de rijke jongeman in Matteüs (Mt. 19, 16-36)) duidelijk te maken door aan te tonen hoe vruchtbaar de passage is geweest in de loop van de kerkgeschiedenis.
De geschiedenis leert echter ook dat er in de interpretatie tendentieuze en valse stromingen zijn met verderfelijke gevolgen, een bepaalde uitleg bijvoorbeeld die tot antisemitisme of andere soorten van rassendiscriminatie heeft geleid, of ook de uitleg waarop de chiliasten hun waanbeelden baseren. Men kan daaruit concluderen dat deze benaderingswijze geen autonome discipline mag zijn. Onderscheiding is noodzakelijk. Men mag uit de geschiedenis van de invloed die de tekst heeft gehad, niet een bepaald moment zozeer naar voren halen dat het de enige regel voor de interpretatie wordt.