Er zijn twee verschillende benaderingen voorgesteld:
Brevard S. Childs richt zijn aandacht geheel op de uiteindelijke canonieke vorm van de tekst (of het nu een boek of verzameling betreft), de vorm die door de gemeenschap aanvaard is als gezaghebbend voor het verwoorden van haar geloof en als richtlijn voor haar leven.
James A. Sanders besteedt niet zozeer aandacht aan de uiteindelijke en stabiele vorm van de tekst, als wel aan het ‘canoniek proces’, de geleidelijke ontwikkeling van de Schriften waaraan de gelovige gemeenschap een normatief gezag heeft toegekend. Bij de kritische bestudering van dat proces gaat men na, hoe de oude tradities telkens weer in een andere samenhang zijn gebruikt, tot ze tenslotte een geheel zijn geworden dat stabiel is en tegelijk ook zich kan aanpassen, een samenhangend geheel dat allerlei verschillende gegevens in zich verenigt, kortom, een geheel waaraan de gelovige gemeenschap haar identiteit ontleent. Bij deze processen zijn verschillende hermeneutische procedés werkzaam geweest, en dit gaat ook nog door ná de vaststelling van de Canon. De procedés zijn vaak een soort midrasj, en dienen om de Bijbeltekst te actualiseren. Ze bevorderen een voortdurende wisselwerking tussen de gemeenschap en haar geschriften, en vragen om een interpretatie die de overlevering wil vertalen naar deze tijd toe.
H. Paus Johannes Paulus II - Toespraak Bij gelegenheid van het eerste eeuwfeest van de Encycliek Providentissimus Deus en de 50e verjaardag van de Encycliek Divino Afflante Spiritu (23 april 1993) (1)