De semiotiek berust op drie hoofdbeginselen of vooronderstellingen:
Het immanentie-beginsel: iedere tekst vormt een betekenisgeheel; de analyse beschouwt de gehele tekst, maar niets anders dan de tekst; ‘uitwendige’ gegevens, zoals schrijver, beoogd publiek, verhaalde gebeurtenissen, ontstaansgeschiedenis van de tekst, laat zij buiten beschouwing
Beginsel van de betekenisstructuur: er is geen andere betekenis dan door en in de relatie, met name de relatie van ‘verschil’ (différence); de analyse van de tekst bestaat dus in het vaststellen van het relatie-netwerk (tegenstelling, homologatie) tussen de onderdelen van waaruit de betekenis van de tekst wordt opgebouwd.
Beginsel van de grammatica van de tekst: iedere tekst is onderworpen aan een ‘grammatica’, dat wil zeggen aan een aantal regels of structuren; in een verzameling van zinnen, discours genaamd, zijn er verschillende niveaus met ieder een eigen grammatica.
H. Paus Johannes Paulus II - Toespraak Bij gelegenheid van het eerste eeuwfeest van de Encycliek Providentissimus Deus en de 50e verjaardag van de Encycliek Divino Afflante Spiritu (23 april 1993) (1)