• Database vol kerkelijke documenten
  • Geloofsverdieping
  • Volledig in het Nederlands
  • Beheerd door vrijwilligers

Zoeken in kerkelijke documenten en berichten

x

Verschillende methodes introduceren een onderscheid tussen ‘werkelijke schrijver’ en ‘impliciete schrijver’, ‘werkelijke lezer’ en ‘impliciete lezer’. De ‘werkelijke schrijver’ is de persoon die het verhaal heeft geschreven. Met ‘impliciete schrijver’ wordt het schrijversbeeld aangeduid dat geleidelijk uit de tekst naar voren komt (zijn cultuur, temperament, neigingen, geloof, enzovoort). Men noemt ‘werkelijke lezer’ iedere persoon die toegang heeft tot de tekst - van de eersten die de tekst hebben gelezen of hebben horen lezen tot de lezers of toehoorders van deze tijd. Met ‘impliciete lezer’ bedoelt men de lezer die door de tekst wordt verondersteld en voortgebracht, die in staat is tot de mentale en affectieve verrichtingen die nodig zijn om in de wereld van het verhaal binnen te treden en erop te reageren op de wijze die de werkelijke schrijver, door de impliciete schrijver heen, bedoelde.

Zolang de werkelijke lezer (bijvoorbeeld wij zelf aan het einde van de twintigste eeuw) zich kan identificeren met de impliciete lezer, blijft een tekst zijn invloed uitoefenen. Een van de belangrijkste opdrachten van de exegese is die identificatie te vergemakkelijken.

Narratieve analyse houdt ook in dat de betekenis van de tekst op een nieuwe manier wordt verstaan. Terwijl de historisch-kritische methode de tekst meer beschouwt als een ‘venster’, waardoor men een of ander tijdvak nader kan beschouwen (niet alleen de gebeurtenissen die verteld worden, maar ook de situatie van de gemeenschap waarvoor die gebeurtenissen werden verteld), benadrukt de narratieve analyse dat de tekst ook als een ‘spiegel’ functioneert, in die zin dat de tekst een bepaald wereldbeeld ‘Schept - de ‘wereld van het verhaal’ - welke de zienswijze van de lezer beïnvloedt zodat hij sommige waarden eerder zal aanvaarden dan andere.

Dit soort studie, dat een typisch literair karakter heeft, gaat samen met een bepaalde vorm van theologische beschouwing die nagaat welke consequenties het ‘verhaal’-karakter - en dus het ‘getuigenis’-karakter - van de heilige Schrift heeft voor de geloofsinstemming, en welke meer praktische en pastorale hermeneutiek daaruit valt af te leiden. Het is een manier om te reageren tegen het herleiden van de geïnspireerde tekst tot een reeks theologische stellingen, die dan vaak in niet-schriftuurlijke categorieën en in niet-schriftuurlijke taal geformuleerd worden.

Men vraagt van de narratieve exegese dat zij, in een nieuwe context van de geschiedenis, de eigen manier waarop het Bijbels verhaal communiceert en betekenis geeft, tot haar recht zal laten komen, zodat het Bijbels verhaal beter haar heilbrengende kracht kan uitoefenen. Met nadruk wordt gewezen op de noodzaak om ‘het heil te verhalen’ (‘informatief’ aspect van het verhaal), en ‘te verhalen met het oog op het heil’ (‘performatief’ aspect). Van het Bijbels verhaal gaat immers - expliciet of impliciet - een existentiële oproep uit naar de lezer.

Document

Naam: INTERPRETATIE VAN DE BIJBEL IN DE KERK
Soort: Pauselijke Bijbelcommissie
Datum: 15 april 1993
Copyrights: © 1993, RKKerk.nl
Vert.: F. van Voorst tot Voorst s.j.; alineanummering van de redactie
Bewerkt: 19 november 2020

Opties

Internetadres
Print deze pagina
Dit document bestellen
Startpagina van dit document
Inhoudsopgave van dit document
Referenties naar dit document
Referenties vanuit dit document
RK Documenten wordt mogelijk gemaakt door donaties van gebruikers.
© 1999 - 2025, Stg. InterKerk, Schiedam, test