BEKRACHTIGING VAN "HUMANAE VITAE"Tot deelnemers aan het internationale congres gepromoot door de Pauselijke Universiteit van Lateranen bij de 40e verjaardag van de Encycliek "Humanae Vitae"
(Soort document: Paus Benedictus XVI - Toespraak)
Paus Benedictus XVI -
10 mei 2008
Het leergezag van de Kerk kan zich niet onttrekken aan de taak om op steeds vernieuwde en verdiepende wijze voortdurend na te denken over de fundamentele beginselen van het huwelijk en de voortplanting. Wat gisteren waar was, blijft vandaag evenzeer waar. De waarheid die in
H. Paus Paulus VI - Encycliek
Humanae Vitae
Het menselijk leven en geboorteregelingen
(25 juli 1968) wordt uitgedrukt verandert niet, integendeel: juist in het licht van de nieuwe wetenschappelijke ontdekkingen wordt haar lering meer actueel en nodigt ze uit om na te denken over haar intrinsieke waarde. Het sleutelwoord om op samenhangende wijze in die lering door te dringen blijft de liefde. Zoals ik geschreven heb in mijn eerste Encycliek Deus caritas est: "De mens wordt pas werkelijk zichzelf als lichaam en ziel elkaar vinden in diepgaande eenheid. (...). Maar het zijn noch alleen de geest, noch het lichaam die liefhebben: het is de mens, de persoon, die liefheeft als ondeelbaar schepsel, waarvan lichaam en ziel deel uitmaken"
H. Paus Paulus VI, Encycliek, Het menselijk leven en geboorteregelingen, Humanae Vitae (25 juli 1968), 5. Als deze eenheid ontbreekt, gaat ook de waarde van de persoon verloren en vervalt men in het grote gevaar het lichaam te beschouwen als iets dat men kan kopen of verkopen
H. Paus Paulus VI, Encycliek, Het menselijk leven en geboorteregelingen, Humanae Vitae (25 juli 1968), 5. In een cultuur waarin het hebben het zijn heeft overvleugeld, dreigt het menselijke leven zijn waarde te verliezen. Als de beleving van de seksualiteit een verslaving wordt die de partner wil onderwerpen aan eigen verlangens en belangen zonder rekening te houden met het levensritme van de beminde persoon, dan moet allereerst de waardigheid van de menselijke persoon verdedigd worden en niet alleen het ware begrip van de liefde. Als gelovigen kunnen we ons nooit veroorloven dat de overheersing van de techniek de hoedanigheid van de liefde en de geheiligde aard van het leven zou ontkrachten.