H. Paus Paulus VI - 24 juni 1965
Wij zijn thans in afwachting en in ijverige voorbereiding van de vierde en laatste zitting van het Concilie, waarin verschillende, nog niet eerder behandelde schema's van decreten in discussie zullen komen, terwijl andere opnieuw en eventueel voor de laatste keer in behandeling genomen zullen worden. Ieder van u, mijne heren kardinalen, weet hoe zeer het ons aan het hart ligt het Concilie tot een goed einde te brengen. Het regelmatig verloop, de reeds genomen belangrijke beslissingen, het enthousiasme en de belangstelling in alle kerkelijke kringen, het veelbelovend en van wederzijds respect getuigend gesprek met onze afgescheiden broeders, de aandacht van de wereld gericht op de katholieke Kerk, dit alles zijn reeds resultaten van grote waarde die duidelijk aantonen dat de Heilige Geest de Apostolische Stoel en de gehele katholieke Kerk met zijn bijstand begeleidt. Wij vertrouwen dat deze heilzame resultaten nog aanzienlijk zullen uitgroeien door de werkzaamheden en de einddecreten van de komende vierde zitting. Zoals het Concilie destijds met groot enthousiasme en vertrouwen aan zijn eerste zitting begon, zo hopen wij dat het zal mogen eindigen in de meest zuivere en broederlijke eensgezindheid, met de wederzijdse belofte van vriendschap en saamhorigheid, in een onderlinge harmonie van het gehele samenstel, dat de katholieke Kerk uitmaakt, in een versterkt vertrouwen in haar traditie, haar wetten, haar spirituele en pastorale vormgeving, in het diepe, levendige en blijde bewustzijn van het allerheiligste mysterie, waarvan zij de draagster is, in een steeds toenemende ijver voor het vervullen van haar nederige en goddelijke zending van dienstbaarheid, apostolaat en redding te midden van de mensheid. Het is nodig dat het Concilie goed eindigt met snelle en constructieve arbeid en in een vrede die vervuld is van de geest van Christus.