OVER DE VIERING VAN HET SACRAMENT VAN DE EUCHARISTIEAan de priesters
(Soort document: Nederland)
De Bisschoppen van Nederland -
25 mei 2008
De liturgie is bovenal het werk van Jezus Christus, de hogepriester.
Vgl. 2e Vaticaans Concilie, Constitutie, Over de heilige liturgie, Sacrosanctum Concilium (4 dec 1963), 7
Om dit diepe geloof veilig te stellen en in eerbied te behouden vraagt de beleving van de liturgie zowel om gewijde stilte en concentratie voorafgaand aan de viering in sacristie, kerk en oksaal, alsook om dezelfde houding tijdens de viering, met name telkens na de gebedsoproep door de priester en na het communiceren.
De Kerk heeft de viering van de Eucharistie met zorg omgeven en aan richtlijnen gebonden. Zo zal de priester de voorgeschreven volgorde en elementen van de ritus nauwgezet volgen en uitsluitend gebeden uit de goedgekeurde liturgische boeken gebruiken. Alleen de priester spreekt 'in persona Christi' de oraties en het eucharistisch gebed uit. We herinneren eraan dat ook het eind van het eucharistisch gebed (de doxologie van het "Door Hem en met Hem .. .") alleen door de celebrerende priester(s) wordt uitgesproken.
De eerbied en zorg voor het heilige dienen ook tot uitdrukking te komen in de liturgische taal; zo spreken we over het 'eucharistisch gebed' en niet over 'tafelgebed'.
© 2008, SRKK, Utrecht / Liturgische Documentatie dl. 5 pag 151-152