EENHEID VAN DE CHRISTENEN
(Soort document: Paus Benedictus XVI - Audiëntie)
Paus Benedictus XVI -
7 mei 2008
EENHEID VAN DE CHRISTENEN
Beminde broeders en zusters,
Zoals u ziet, bevindt Zijne Heiligheid Katholikos Karekin II, de opperste Patriarch en Katholikos van alle Armeniërs, zich deze voormiddag onder ons, in het gezelschap van een eminente delegatie. Ik wens opnieuw mijn vreugde uit te drukken voor de mogelijkheid die mij deze morgen geboden wordt, hem te verwelkomen: zijn aanwezigheid vandaag verlevendigt in ons de hoop op de volle eenheid onder alle christenen. Ik neem graag de gelegenheid te baat hem ook te danken voor de beminnelijke ontvangst die hij mijn kardinaal staatssecretaris in Armenië bewezen heeft. Mijn veelgeliefde voorganger Johannes Paulus II heeft de Patriarch bij een ontmoeting een eerbiedwaardige reliek van de heilige Gregorius de Verlichter overhandigd en is hem vervolgens in Armenië gaan bezoeken.
De inzet van de Armeense apostolische Kerk voor de oecumenische dialoog is bekend en ik ben er zeker van dat dit bezoek van de eerbiedwaardige opperste Patriarch en Katholikos van alle Armeniërs ook zal bijdragen tot het verstevigen van de broederlijke vriendschapsbanden die onze Kerken verbinden. Deze dagen in voorbereiding op het hoogfeest van Pinksteren stimuleren ons onze hoop op de bijstand van de Heilige Geest te verlevendigen, om vooruit te gaan op de weg der oecumene. Wij hebben de zekerheid dat de Heer Jezus ons in ons zoeken naar de eenheid, nooit verlaat want Zijn Geest is onvermoeibaar aan het werk om onze inspanningen te ondersteunen om iedere verdeeldheid te overwinnen en iedere scheur in het levende weefsel van de Kerk te dichten.
Het is precies wat Jezus tijdens de laatste dagen van Zijn zending op aarde aan de leerlingen beloofd heeft, zoals we in het Evangelie hoorden: Hij verzekerde hun de bijstand van de Heilige Geest, die Hij zou zenden om hun Zijn aanwezigheid te laten voelen
Vgl. Joh. 14, 16-17
. Deze belofte werd werkelijkheid toen Jezus na de verrijzenis het cenakel binnenkwam, de leerlingen groette met de woorden “vrede zij u” en over hen blazend, zei: “ontvangt de heilige Geest” (
Joh. 20, 22). Hij gaf hun de macht zonden te vergeven. De Heilige Geest verschijnt hier dus als de kracht voor zondevergeving, voor vernieuwing van hart en leven; zo vernieuwt Hij de aarde en schept Hij eenheid waar verdeeldheid is. Vervolgens openbaart de Heilige Geest zich op het Pinksterfeest door nog andere tekenen: door het teken van een hevige wind, van vurige tongen, en van de apostelen die vreemde talen spreken. Het is het teken dat de verstrooiing van Babylon - vrucht van de trots die de mensen scheidt - voorbij is in de Geest die liefde is en eenheid geeft in de verscheidenheid. Sinds het eerste ogenblik van haar bestaan, spreekt de Kerk alle talen – dank zij de kracht van de Heilige Geest en de vurige tongen – en leeft zij in alle culturen, zij doet geen enkele gave, geen enkel charisma teniet, maar vat alles samen in een grote en nieuwe eenheid die verzoent: eenheid en veelzijdigheid.
De Heilige Geest, die eeuwige liefde is, de band der eenheid binnen de Drie-eenheid, verenigt de verstrooide mensen door Zijn kracht in de Goddelijke liefde en schept zo de grote veelzijdige gemeenschap van de Kerk over de ganse wereld. Tijdens de dagen die volgden op de hemelvaart van de Heer tot op de zondag van Pinksteren, waren de leerlingen met Maria in het cenakel bijeen om te bidden. Zij wisten dat zij de Kerk zelf niet konden maken of organiseren: de Kerk moet ontstaan en georganiseerd worden op Goddelijk initiatief, zij is niet onze creatie, maar een gave Gods. Alleen zo schept zij ook eenheid, een eenheid die moet groeien. In elke tijd, verenigt de Kerk zich geestelijk – vooral tijdens deze negen dagen tussen Hemelvaart en Pinksteren – met de apostelen en Maria in het cenakel, om zonder ophouden de uitstorting van de Heilige Geest af te smeken. Gedreven door Zijn hevige wind, is de Kerk niet bang om het Evangelie tot aan de uiteinden van de aarde te verkondigen.
Daarom kunnen christenen niet toegeven aan ontmoediging, zelfs niet ten overstaan van moeilijkheden en verdeeldheid. De Heer vraagt het ons: te volharden in het gebed om de vlam van het geloof, de liefde en de hoop levendig te bewaren, waarmee de verzuchting naar totale eenheid zich voedt.
Ut unum sint! zegt de Heer. Deze uitnodiging van Christus weerklinkt steeds opnieuw in ons hart; een uitnodiging die ik tijdens mijn recente
apostolische reis in de Verenigde Staten van Amerika kon laten horen, verwijzend naar de centrale plaats van het gebed in de oecumenische beweging. In deze tijd van mondialisering en tezelfdertijd van fragmentering, “zouden, zonder het gebed, de oecumenische structuren, instellingen en programma’s beroofd zijn van hun hart en ziel”
Paus Benedictus XVI, Toespraak, Interreligieuze ontmoeting in het Paus Johannes Paulus II Centrum, Washington, Een eensgezinde maatschappij kan ontstaan vanuit de verscheidenheid van mensen (voorlopig Engelstalige versie) (17 apr 2008). Wij danken de Heer voor wat in de oecumenische dialoog bereikt werd dank zij de werking van de Heilige Geest; wij blijven volgzaam luisteren naar Zijn stem opdat ons hart, vervuld van hoop, zonder ophouden de weg zou vervolgen die naar de volle gemeenschap leidt van alle leerlingen van Christus.
In de brief aan de Galaten brengt de heilige Paulus in herinnering: “Maar de vrucht van de Geest is liefde, vreugde, vrede, geduld, vriendelijkheid, goedheid, trouw, zachtheid, ingetogenheid” (
Gal. 5, 22). Dat zijn de gaven van de Heilige Geest die wij ook vandaag voor alle christenen vragen, opdat zij in de gemeenschappelijke en edelmoedige dienst aan het Evangelie, in de wereld het teken zouden kunnen zijn van Gods liefde voor de mensheid. Richten wij onze blik met vertrouwen naar Maria, Heiligdom van de Heilige Geest, en bidden wij op Haar voorspraak: “Kom, Heilige Geest, vervul de harten van Uw gelovigen en ontsteek in hen het vuur van Uw liefde”. Amen.
© 2008, Libreria Editrice Vaticana
Vert.: zr. Lucienne Gooris