OP HET HOOGFEEST VAN PINKSTEREN
(Soort document: Paus Benedictus XVI - Angelus/Regina Caeli)
Paus Benedictus XVI -
11 mei 2008
Beminde broeders en zusters,
Wij vieren vandaag het hoogfeest van Pinksteren, een oud joods feest dat het Verbond herdacht dat gesloten was tussen God en Zijn volk, op de berg Sinaï Vgl. Ex. 19 . Het is ook een christelijk feest geworden, precies omwille van hetgeen op dat feest gebeurd is, 50 dagen na het Pasen van Jezus. Wij lezen in de Handelingen van de Apostelen dat de leerlingen in gebed verenigd waren in het cenakel toen de Heilige Geest met kracht over hen neerdaalde, zoals wind en vuur. Zij begonnen toen in vele talen de blijde boodschap te verkondigen van Christus’ verrijzenis Vgl. Hand. 2, 1-4
. Het was “de uitstorting van de Heilige Geest” (letterlijk, “het Doopsel in de Heilige Geest”) dat reeds door Johannes de Doper was aangekondigd: “Ik doop u met water, opdat ge u bekeren moogt; Hij die na mij komt, is sterker dan ik, ... Hij zal u dopen met de heilige Geest en met vuur” (Mt. 3, 11). Heel Jezus’ zending had namelijk tot doel aan de mensen de Heilige Geest te geven en hen te dopen in Zijn bad van wedergeboorte. Dat is gebeurd door Zijn verheerlijking Vgl. Joh. 7, 39
, ’t is te zeggen door Zijn dood en verrijzenis: de Geest van God werd toen overvloedig uitgestort, als een waterval die in staat is om alle harten te reinigen, om de gloed van het kwaad te blussen en in de wereld het vuur van de Goddelijke liefde te ontsteken.
De
Handelingen van de Apostelen stellen Pinksteren voor als de vervulling van deze belofte en dus als de bekroning van heel de zending van Jezus. Na de verrijzenis gaf Hij zelf aan Zijn leerlingen de opdracht in Jeruzalem te blijven omdat, “gij zult kracht ontvangen van de heilige Geest die over u komt, om mijn getuigen te zijn in Jeruzalem, in geheel Judea en Samaria en tot het uiteinde der aarde” (
Hand. 1, 8). Pinksteren is bijgevolg, op een bijzondere manier, het doopsel van de Kerk die, vertrekkend vanuit de straten van Jeruzalem, haar universele zending begint met de wonderbare verkondiging in de vele talen van de mensheid. In dit doopsel van de Heilige Geest, zijn de persoonlijke dimensie en de gemeenschappelijke, het ik van de leerling en het wij van de Kerk, onafscheidelijk. De Geest heiligt de mens en maakt hem tezelfdertijd tot een levend lid van het mystieke Lichaam van Christus, dat deelneemt aan de zending om van Zijn liefde te getuigen. Dat gebeurt door de Sacramenten van de christelijke initiatie: Doopsel en Vormsel. In mijn
Paus Benedictus XVI - Boodschap
Maar gij zult kracht ontvangen van de Heilige Geest die over u komt, om mijn getuigen te zijn (Hand. 1, 8)
23e Wereldjongerendag Sydney 2008
(20 juli 2007), heb ik de jongeren aangeboden de aanwezigheid van de Heilige Geest in hun leven te ontdekken en dus ook het belang van de sacramenten. Vandaag zou ik deze uitnodiging tot iedereen willen uitbreiden: beminde broeders en zusters, laten wij de schoonheid van ons Doopsel in de Heilige Geest opnieuw ontdekken; worden wij ons opnieuw bewust van ons Doopsel en Vormsel, altijd actuele bronnen van genade.