Paus Benedictus XVI - 20 april 2008
Dierbare broeders en zusters in Christus,
In het Evangelie dat we zojuist hebben gehoord, zegt Jezus tegen zijn apostelen dat ze hun vertrouwen in Hem moeten stellen, want Hij is “de weg, de waarheid en het leven” (Joh. 14, 6). Christus is de weg die leidt naar de Vader, de waarheid die zin geeft aan het menselijk bestaan, en de bron van dat leven, dat eeuwige blijdschap is met alle heiligen in Zijn hemels Koninkrijk. Laten we de Heer op Zijn woord geloven! Laten we ons geloof in Hem vernieuwen en al onze hoop vestigen op Zijn beloften!
Met deze aanmoediging van Petrus om in het geloof te volharden Vgl. Lc. 22, 32 Vgl. Mt. 16, 17 , groet ik u allen met grote genegenheid. Ik dank kardinaal Egan voor zijn hartelijke welkomstwoorden namens u. In deze Mis viert de Kerk in de Verenigde Staten de tweehonderdste verjaardag van de zetels New York, Boston, Philadelphia en Louisville, vanuit de moederzetel Baltimore in het leven geroepen. De aanwezigheid rond dit altaar van de opvolger van Petrus, zijn broeders in het ambt van bisschop, priester en diaken, mannelijke en vrouwelijke religieuzen, en gelovige leken uit alle vijftig staten van de Unie, drukt duidelijk onze gemeenschap uit in het katholieke geloof dat van de apostelen tot ons komt.
Deze grote prestatie verliep niet zonder problemen. De eerste lezing van vandaag, uit de Handelingen van de apostelen, spreekt van taal- en culturele spanningen die al in de vroegste kerkgemeenschap aanwezig waren. Tegelijkertijd laat zij de kracht zien van Gods Woord – met gezag verkondigd door de apostelen en aangenomen in geloof – om een eenheid te creëren die de verdeeldheid vanuit menselijke beperkingen en zwakheid overstijgt. Hier worden we herinnerd aan een fundamentele waarheid: dat de eenheid van de Kerk geen andere basis heeft dan het Woord van God, vleesgeworden in Christus Jezus onze Heer. Alle uiterlijke tekenen van identiteit, alle structuren, instellingen en activiteiten, hoe waardevol of zelfs essentieel misschien ook, zijn er uiteindelijk alleen maar om de diepere eenheid te ondersteunen en te koesteren, die, in Christus, Gods onvergankelijke gave is aan zijn Kerk.
De eerste lezing maakt ook duidelijk, zoals we zien aan de handoplegging bij de eerste diakens, dat de eenheid van de Kerk ‘apostolisch’ is. Het is een zichtbare eenheid, gegrondvest in de apostelen, die Christus koos en aanwees als getuigen van zijn Opstanding. En zij wordt geboren uit wat de Schrift noemt “de gehoorzaamheid van het geloof” (Rom. 1, 5) Vgl. Hand. 6, 7 .
Echte vrijheid dan is Gods genadegave, de vrucht van bekering tot Zijn waarheid, de waarheid die ons vrij maakt Vgl. Joh. 8, 32 . En deze vrijheid in waarheid brengt een nieuwe en bevrijdende kijk op de werkelijkheid met zich mee. Als we “de gezindheid van Christus” aannemen Vgl. Fil. 2, 5 , openen zich nieuwe einders voor ons! In het licht van het geloof, binnen de gemeenschap van de Kerk, vinden we ook de inspiratie en kracht om in de wereld tot zuurdesem te worden voor het Evangelie. We worden het licht der wereld, het zout der aarde Vgl. Mt. 5, 13-14 met het ons toevertrouwde ‘apostolaat’ om ons eigen leven en de wereld waarin we leven steeds vollediger te voegen naar Gods verlossingsplan.
“Zalig zij die geloven!” Vgl. 1 Pt. 2, 7 . Laten we ons tot Jezus wenden! Hij alleen is de Weg die leidt naar eeuwig geluk, de Waarheid die de diepste verlangens bevredigt van ieder hart, en het Leven dat nu reeds nieuwe vreugde en hoop brengt voor ons en onze wereld. Amen.
Dierbare broeders en zusters in de Heer, Ik groet u hartelijk en ben verheugd deze heilige Mis te vieren, om God te danken dat 200 jaar geleden de katholieke Kerk in dit land begon te groeien. Als we kijken naar de geloofsweg die we in deze jaren niet zonder moeilijkheden hebben afgelegd, prijzen we de Heer voor de vruchten die Zijn Woord in dit land heeft afgeworpen. En we tonen Hem ons verlangen, dat Christus – de Weg, de Waarheid en het Leven – steeds meer erkend en bemind wordt.
Hier in dit land van de vrijheid wil ik met nadruk zeggen, dat het woord van Christus ons streven naar een vervuld en vrij leven niet uitdooft, maar ons onze echte waarde als kinderen van God openbaart en ons bemoedigt, tegen alles te vechten wat ons verslaaft, te beginnen bij ons egoïsme en onze hartstochten. Tevens bezielt het ons, om ons geloof door ons leven in naastenliefde te laten zien en ervoor te zorgen, dat onze parochies elke dag gastvrijer en naastenlievender worden.
Ik vertrouw vooral de jongeren de taak toe, om de grote uitdagingen aan te gaan die het geloof in Christus met zich meebrengt, en zich ervoor in te zetten dat dit geloof blijkt in een werkzame nabijheid tot de armen, evenals in een edelmoedig antwoord op de oproep die er bovendien van uitgaat, namelijk om alles te verlaten en in de priesterlijke of kloosterlijke staat een leven te beginnen in totale overgave aan God en de Kerk.
Dierbare broeders en zusters, ik nodig u uit om hoopvol naar de toekomst te kijken en Jezus toe te staan in uw leven binnen te treden! Alleen Hij is de Weg die naar het geluk voert dat geen einde heeft, de Waarheid die de edelste strevingen van de mens vervult, en het Leven dat van vreugde vervuld is tot welzijn van de Kerk. God zegene u.