Paus Benedictus XVI - 19 april 2008
Is het jullie opgevallen hoe vaak de roep om vrijheid klinkt zonder ooit te verwijzen naar de waarheid van de menselijke persoon? Sommigen stellen, dat respect voor de vrijheid van het individu het verkeerd maakt om de waarheid te zoeken, inclusief de waarheid over wat goed is. In sommige kringen wordt het spreken over waarheid gezien als controversieel of verdeeldheid zaaiend, en daarom maar het beste naar de privésfeer verwezen. En in plaats van de waarheid, of beter gezegd haar afwezigheid, heeft zich het idee verspreid dat, door aan alles zonder onderscheid waarde toe te kennen, de vrijheid gegarandeerd en het geweten bevrijd wordt. Dit noemen we relativisme. Maar welk nut heeft een ‘vrijheid’ die met het negeren van de waarheid datgene nastreeft wat onecht is of verkeerd? Hoeveel mensen kregen niet een hand uitgestoken, die hen in naam van de vrijheid of ervaring heeft gebracht tot verslaving, morele of geestelijke verwarring, verwonding, verlies van zelfrespect, zelfs wanhoop en, op tragische wijze, tot zelfmoord? Beste vrienden, de waarheid is geen opgelegde zaak. Het is ook niet eenvoudig een stel regels. Het is de ontdekking van Degene die ons nooit in de steek laat. Degene die we altijd kunnen vertrouwen. Bij het zoeken naar de waarheid komen we tot leven uit geloof, omdat de uiteindelijke waarheid een Persoon is: Jezus Christus. Daarom is echte vrijheid niet ‘niet kiezen’, maar juist ‘kiezen voor’. Niets minder dan jezelf loslaten en laten opnemen in Christus’ leven voor anderen. Vgl. Paus Benedictus XVI, Encycliek, Liefde in Waarheid - Over de Christelijke hoop, Spe Salvi (30 nov 2007), 28