
Bisschoppen van de RK Kerkprovincie in Nederland - 10 maart 1970
Enige tijd geleden heeft de Generale Synode van de Nederlandse Hervormde Kerk - na advies te hebben ingewonnen bij het Hervormde Beraad over de verhouding tot de Rooms-Katholieke Kerk - richtlijnen verstrekt aan gemeenten, die geconfronteerd worden met de wens van gemeenteleden om interkerkelijke doopdiensten te doen houden, speciaal met betrekking tot kinderen geboren uit gemengde huwelijken van Nederlands Hervormden en Rooms-Katholieken.
De richtlijnen beginnen met de volgende overweging:
"Theologisch bestaat er geen enkele noodzaak om interkerkelijke doopdiensten met de Rooms-Katholieke Kerk te beleggen. Op grond van de doopovereenkomst van 20juli1967 wordt immers de geldigheid van de op de juiste wijze bediende doop over en weer erkend. Daarom komt de oecumenische strekking van deze consensus het meest tot haar recht, indien de doop geschiedt onder verantwoordelijkheid van één der kerken. Deze doopbediening heeft dan immers ook geldigheid voor de andere kerk.De bisschoppen verklaren zich met deze overweging akkoord en geven hiermee aan hun priesters hetzelfde advies als de Hervormde Synode gaf aan de kerkenraden en predikanten.De Generale Synode wil kerkenraden en predikanten adviseren om in voorkomende gevallen de doopouders te wijzen op deze oecumenische strekking van de doop op grond van de consensus".
Indien er pastorale gronden zijn om deel te nemen aan een interkerkelijke doopdienst in een Hervormde Kerk, houde men zich aan deze aanwijzingen.
Utrecht, 10 maart 1970
De Bisschoppen van Nederland.