Paus Benedictus XVI - 16 april 2008
Beste Bisschoppen,
Het is een grote vreugde voor mij om u vandaag te begroeten aan het begin van mijn bezoek aan uw land en ik dank Kardinaal George voor de mooie woorden die hij namens u aan mij gericht heeft. Ik wil u allemaal danken, met name de medewerkers van de Bisschoppenconferentie, die hard hebben gewerkt aan de voorbereidingen van deze reis. Mijn dankbaarheid gaat ook naar de staf en vrijwilligers van de Nationale Schrijn, die ons vanavond verwelkomd hebben. Amerikaanse Katholieken zijn bekend om hun trouwe devotie tot de Stoel van Petrus. Mijn pastorale bezoek is een mogelijkheid om deze banden van eenheid te versterken. We zijn begonnen met het vieren van het Avondgebed in deze basiliek, toegewijd aan de Onbevlekte Ontvangenis van de Heilige Maagd Maria, een Schrijn van bijzondere waarde voor de Amerikaanse Katholieken, midden in het hart van uw hoofdstad. Verenigd in gebed met Maria, de Moeder van Jezus, wijden we het volk van God van alle delen van de Verenigde Staten liefdevol toe aan de hemelse Vader.
Veel van de mensen waarvoor John Caroll en zijn Bisschoppen dienst deden 200 jaar geleden, kwamen van ver weg. De diversiteit van hun oorsprong wordt gereflecteerd in de rijke variëteit van het kerkelijk leven in het huidige Amerika. Broeders in het Bisschopsambt, ik wil u bemoedigen opdat u en uw gemeenschappen door blijven gaan de immigranten die nu tot u komen welkom te heten, om hun vreugde en hoop te delen, om hun te ondersteunen in hun lijden en zorgen en om hen te helpen zich thuis te voelen in hun nieuwe vaderland. Dit is inderdaad wat vorige generaties van landgenoten u hebben voorgedaan. Vanaf het begin hebben zij de deur geopend voor de vermoeiden, de armen, "de afgematte massa die uitziet om vrij te kunnen ademen" Sonnet als inscriptie on de Statue of Liberty, het Vrijheidsbeeld. Dit zijn de mensen die Amerika een eigen identiteit hebben gegeven.
Hierop aansluitend ben ik blij vast te stellen dat onder uw Bisschoppen aanwezig zijn van alle gewaardeerde Oosterse Kerken die in gemeenschap leven met de Opvolger van Petrus en hen groet ik met speciale vreugde. Beste broeders, ik vraag u om uw gemeenschappen te overtuigen van mijn diepe gevoelens voor hun en mijn blijvende gebed, zowel voor hen als voor de vele broeders en zusters die nog in de landen van hun oorsprong zijn. Uw aanwezigheid is een herinnering aan het moedige getuigen zijn van Christus van zo vele leden van u gemeenschappen, vaak te midden van groot lijden, in hun respectieve geboortelanden. Het is ook een grote verrijking voor het kerkelijk leven in Amerika door de levendige uitdrukking van de katholiciteit van de Kerk en de gevarieerdheid van haar liturgische en spirituele tradities.
In een maatschappij die waardering heeft voor persoonlijke vrijheid en autonomie, is het makkelijker om het zicht te verliezen op de onderlinge verhoudigen met anderen zowel als op de verantwoordelijkheden die we hebben tegenover hen. Deze benadrukking van het individualisme heeft ook de Kerk geraakt Vgl. Paus Benedictus XVI, Encycliek, Liefde in Waarheid - Over de Christelijke hoop, Spe Salvi (30 nov 2007), 13-15, wat aanleiding geeft tot een vorm van piëteit dat soms onze private relatie met God voorop stelt ten koste van onze roeping lid te zijn van een verrezen gemeenschap. Nu vanaf het begin zag God dat "het niet goed is dat de man alleen blijft" (Gen. 2, 18). Wij zijn geschapen als sociale wezens die hun vervolmaking alleen vinden in liefde - voor God en voor onze naaste. Als we werkelijk naar Hem kijken als de bron voor onze vreugde, dan moeten we dat doen als leden van het volk van God Vgl. Paus Benedictus XVI, Encycliek, Liefde in Waarheid - Over de Christelijke hoop, Spe Salvi (30 nov 2007), 14. Als dit tegen de cultuur in lijkt te zijn, dan is dit eenvoudig een verder bewijs hoe urgent de noodzaak is voor een hernieuwde evangelisatie van de cultuur.
U bent hier in Amerika gezegend met katholieke lekengelovigen van heel verschillende culturele achtergronden, die al hun uiteenlopende gaven ten dienste stellen van de Kerk en de samenleving in het algemeen. Zij verwachten van u dat u hen bemoedigt en leiding en richting heeft. In een tijd die wordt gekenmerkt door een overvloed aan informatie, is het belang van goede geloofsinformatie niet te overschatten. Amerikaanse katholieken hebben altijd grote waarde gehecht aan religieus onderricht, zowel op school als in vormingsprogramma’s voor volwassenen. Dat onderricht moet worden voortgezet en uitgebreid. De vele goede mensen die liefdadigheidswerk verrichten, moeten worden geholpen om hun toewijding levend te houden door een “vorming van het hart”: een “ontmoeting met God in Christus die de liefde in hen wekt en hun hart voor de naaste opent”. Paus Benedictus XVI, Encycliek, God is Liefde, Deus Caritas Est (25 dec 2005), 31 In een tijd waarin de vooruitgang in de medische wetenschap veel mensen nieuwe hoop geeft, roepen diezelfde vernieuwingen ook ethische vragen op die eerder niet voorstelbaar waren. Dat maakt het belangrijker dan ooit om katholieken die in de gezondheidszorg werkzaam zijn, een goede vorming te bieden in de morele leer van de Kerk. In al deze apostolaten moet met wijsheid leiding worden gegeven, zodat zij vruchten in overvloed zullen voortbrengen. Als zij werkelijk het belang van de mens moeten bevorderen, moeten zij ook nieuw gemaakt worden in Christus onze hoop.
De invloed van de Kerk op het publieke debat speelt natuurlijk op verschillende niveaus. De Verenigde Staten kennen veel wetgeving en wetsvoorstellen die ethisch gezien aanleiding geven tot zorg. De katholieke gemeenschap dient onder uw leiding in dit soort zaken een duidelijk en eensluidend getuigenis uit te dragen. Wat echter nog belangrijker is, is ervoor zorgen dat de bredere gemeenschap haar hart en geest steeds meer openstelt voor de morele waarheid. Daar moet nog veel voor gedaan worden. Cruciaal in dit verband is de taak van de lekengelovigen om het ‘zuurdesem’ van de samenleving te zijn. Toch kan men er niet van uitgaan dat alle katholieke burgers in de belangrijkste ethische vraagstukken van deze tijd de lijn van de kerkelijke leer volgen. Ook hier ligt voor u de taak om ervoor te zorgen dat in de morele vorming op alle niveaus van het kerkelijk leven de authentieke leer van het Evangelie van het leven naar voren komt.
Mijn voorganger, paus Johannes Paulus II, leerde: “De bisschop is de eerst verantwoordelijke voor de gezinspastoraal in het bisdom. ... Hij moet daaraan zonder ophouden zorg, tijd, personeel en hulpbronnen wijden, maar vooral persoonlijke steun aan de gezinnen en aan allen die hem ... helpen in de gezinspastoraal.” H. Paus Johannes Paulus II, Postsynodale Apostolische Exhortatie, Over de taken van het christelijk gezin in de wereld van deze tijd, Familiaris Consortio (22 nov 1981), 73 Het is uw taak om heel duidelijk de argumenten vanuit het geloof en de rede aan te voeren die pleiten voor het instituut huwelijk, als de levenslange verbintenis tussen een man en een vrouw, die openstaan voor de overdracht van het leven. Die boodschap moet opnieuw weerklinken onder de mensen, omdat het ten diepste een onvoorwaardelijk ‘ja’ tegen het leven is, een ‘ja’ tegen de liefde en een ‘ja’ tegen de aspiraties die de kern van onze gemeenschappelijke menselijkheid vormen, in ons diepe verlangen naar verbondenheid met anderen en met de Heer.
Het is niet gemakkelijk geweest om met deze situatie om te gaan en zoals de voorzitter van uw Bisschopsconferentie al aangaf, “soms is het echt verkeerd aangepakt”. Nu de ernst en schaal van het probleem duidelijker is, hebt u gerichtere herstel- en disciplinaire maatregelen kunnen nemen en een veilige omgeving kunnen creëren waarin jonge mensen beter beschermd zijn. Hoewel we voor ogen moeten houden dat de overgrote meerderheid van de geestelijken en religieuzen in Amerika uitnemend werk verrichten in de verkondiging van de bevrijdende boodschap van het Evangelie aan de mensen die aan hun zorg zijn toevertrouwd, is het van cruciaal belang dat de kwetsbaren altijd beschermd worden voor hen die kwaad willen. In dat opzicht werpen uw inspanningen om mensen te genezen en te beschermen niet alleen hun vruchten af voor hen die onder uw pastorale zorg vallen, maar voor heel de samenleving.
In deze fase is het een essentieel onderdeel van uw taak om de banden met uw geestelijken te versterken, met name in gevallen waarin tijdens deze crisis spanning is ontstaan tussen priesters en hun bisschop. Het is belangrijk dat u uw betrokkenheid blijft tonen, dat u hen blijft steunen en hen voorgaat. Op die manier zult u hen zeker helpen om de levende God te ontmoeten en hen de weg wijzen naar de transformerende hoop waarover het Evangelie spreekt. Als u zelf leeft naar het voorbeeld van Christus, de Goede Herder, die zijn leven heeft gegeven voor zijn schapen, zult u uw medepriesters inspireren om zich weer helemaal te wijden aan hun kudde, met dezelfde overgave als Christus. Een scherpere focus op de navolging van Christus in de heiligheid van het leven is precies wat we nodig hebben om voorwaarts te gaan. We moeten weer ontdekken wat een vreugde het schenkt om Christus in het centrum van ons leven te plaatsen, de deugden te oefenen en onszelf onder te dompelen in het gebed. Als de gelovigen weten dat hun pastor een man is die bidt en leeft om hen te dienen, zullen zij daar met warmte en genegenheid op reageren en dat zal het leven van de gehele gemeenschap voeden en ondersteunen.
Tijd die aan het gebed wordt besteed, is nooit verspild, hoe dringend de taken die van alle kanten op ons afkomen ook zijn. De verering van Christus onze Heer in het heilig Sacrament verlengt en intensiveert de verbondenheid met Hem die tot stand komt in de viering van de Eucharistie.Vgl. Paus Benedictus XVI, Boodschap, 42e Wereldcommunicatiedag 2008, De media: op het kruispunt van zelfpromotie en dienstbetoon. Zoeken naar de waarheid om haar met anderen te delen (24 jan 2008), 66 Contemplatie van de geheimen van de Rozenkrans heeft een bevrijdende uitwerking en vormt ons naar, verenigt ons met en heiligt ons tot Jezus Christus. Vgl. H. Paus Johannes Paulus II, Apostolische Brief, Over de allerheiligste Rozenkrans, Rosarium Virginis Mariae (16 okt 2002), 11.15 Het volgen van het Getijdengebed zorgt ervoor dat heel onze dag geheiligd is en herinnert ons voortdurend aan de noodzaak om gericht te blijven op het doen van Gods werk, hoezeer wij ook afgeleid kunnen raken of de druk voelen van de taak waar we mee bezig zijn. Zo helpt onze devotie ons om in persona Christi te spreken en te handelen, om de gelovigen in de naam van Jezus te onderwijzen, te leiden en te heiligen, om zijn verzoening, zijn genezing en zijn liefde te brengen aan al zijn beminde broeders en zusters. Deze radicale omvorming naar het voorbeeld van Christus, de Goede Herder, vormt de kern van ons pastorale ambt, en als we onszelf in het gebed openstellen voor de kracht van de heilige Geest, zal Hij ons de gaven schenken die we nodig hebben om onze zware taak uit te voeren, zodat wij niet bezorgd hoeven te zijn over wat we moeten doen of zeggen Vgl. Mt. 10, 19 .
Tot besluit van mijn woorden tot u hier vanavond wil ik de Kerk in uw land opdragen aan de moederlijke zorg en voorspraak van de Onbevlekte Maagd Maria, beschermvrouwe van de Verenigde Staten. Moge zij, die de hoop van alle landen in haar schoot gedragen heeft, de voorspraak zijn voor het volk van dit land, zodat alles nieuw wordt in Jezus Christus, haar Zoon. Dierbare medebisschoppen, weet u allen verzekerd van mijn warme vriendschap en mijn medeleven in uw pastorale zorgen. Ik schenk u allen en uw geestelijken, religieuzen en lekengelovigen mijn apostolische zegen als teken van blijdschap en vrede in de verrezen Heer.