TOT DE ALGEMENE VERGADERING VAN DE VERENIGDE NATIES, NEW YORK
(Soort document: Paus Benedictus XVI - Toespraak)
Paus Benedictus XVI -
18 april 2008
Erkenning van de eenheid van de menselijke familie en de aandacht voor aangeboren waardigheid van iedere man en vrouw, vindt tegenwoordig nieuwe aandacht in het principe van de veranwtoordelijkheid tot bescherming. Eigenlijk sinds kort is dit vastgesteld, maar het was al impliciet aanwezig bij het begin van de Verenigde Staten en is nu steeds meer het karakter van haar activiteiten. Iedere staat heeft een primaire taak om de eigen bevolking te beschermen voor de grove en blijvende schendingen van de rechten van de mens, zowel als de gevolgen van de humanitaire crises, of deze nu veroorzaakt zijn door de natuur of door de mens zelf. Als een staat een dergelijke bescherming niet kan geven, moet de internationale gemeenschap ingrijpen. En wel met de juridische middelen die in het
Verenigde Naties
Handvest van de Verenigde Naties (10 januari 1946) en in andere internationale verdragen daarvoor vastgesteld zijn. De actie van de internationale gemeenschap en zijn instituties, vooropgesteld dat die de principes van de internationale orde respecteert, mag nooit geïnterpreteerd worden als een onrechtvaardige actie of een inperking van de soevereiniteit. Het is integendeel onverschilligheid of het nalaten van ingrijpen dat de werkelijke schade veroorzaakt. Een diepere zoektocht is nodig naar manieren om vooraf conflicten te benaderen, door elke diplomatieke mogelijkheid en het minste teken van dialoog of verzoening te onderzoeken.