Liefde in waarheid –
caritas in veritate – is een grote uitdaging voor de Kerk in een tijd van voortschrijdende en om zich heen grijpende globalisering. Het gevaar van onze tijd bestaat erin dat met de daadwerkelijke afhankelijkheid van mensen en volkeren onderling, de ethische correlatie van geweten en verstand van de betrokkenen niet overeenstemt, van waaruit een werkelijk menselijke ontwikkeling zou moeten voortkomen. Alleen met
de liefde, verlicht door het licht van de rede en van het geloof, is het mogelijk ontwikkelingsdoelen te bereiken, die een menselijkere en meer vermenselijkende waarde bezitten. Het delen van goederen en hulpbronnen, wat tot echte ontwikkeling leidt, wordt niet enkel door technische vooruitgang en door pure berekening gegarandeerd, maar door het potentieel van de liefde, die het kwade overwint door het goede
Vgl. Rom. 12, 21
en de mensen ervoor openstelt in geweten en vrijheid op elkaar te reageren.
De Kerk heeft geen technische oplossingen te bieden
Vgl. 2e Vaticaans Concilie, Constitutie, Over de Kerk in de wereld van deze tijd, Gaudium et Spes (7 dec 1965), 36 Vgl. H. Paus Paulus VI, Apostolische Brief, Aan Maurice Kardinaal Roy, bij gelegenheid van de 80ste verjaardag van Rerum Novarum, Octogesima Adveniens (14 mei 1971), 4 Vgl. H. Paus Johannes Paulus II, Encycliek, Ter gelegenheid van de honderdste verjaardag van de encycliek Rerum Novarum, Centesimus Annus (1 mei 1991), 43 en wil zich absoluut niet “op enigerlei wijze in de politiek van de staten (...) mengen”.
H. Paus Paulus VI, Encycliek, Over de ontwikkeling van de volken, Populorum Progressio (26 mrt 1967), 13 Zij heeft echter wel te allen tijde en onder alle omstandigheden een zending van waarheid te vervullen voor een samenleving die recht doet aan de mens en aan zijn waardigheid en roeping. Zonder waarheid vervalt men in een empiristische en sceptische levensopvatting, die niet in staat is zich boven de praktijk te verheffen, omdat ze er niet in geïnteresseerd is de waarden – en soms zelfs niet de betekenis daarvan – te vatten, waarmee de praktijk beoordeeld moet worden en waarop deze moet worden afgestemd. De trouw aan de mens vereist de trouw aan de waarheid, die de enige garantie is voor de vrijheid
Vgl. Joh. 8, 32
en de mogelijkheid biedt voor een totale menselijke ontwikkeling. Daarom zoekt de Kerk de waarheid, verkondigt zij die onvermoeibaar en erkent zij die waar die zich ook openbaart. Van deze zending van de waarheid kan de Kerk nooit afstand doen. Haar sociale leer is een bijzonder aspect van deze verkondiging: een dienst aan de waarheid die bevrijdt. Open voor de waarheid, om het even uit welke soort kennis die voortkomt, neemt de sociale leer van de Kerk die op, verenigt de brokstukken waarin zij die veelvuldig aantreft tot een eenheid en voert die binnen in de steeds weer nieuwe levenspraktijk van de samenleving van de mensen en van de volken.
Vgl. Pauselijke Raad "Justitia et Pax", Compendium van de Sociale Leer van de Kerk (26 okt 2004), 76