
Paus Benedictus XVI - 29 juni 2009
Technologische ontwikkeling kan verleiden tot het idee dat de techniek op zich voldoende is, als de mens zich slechts de vraag naar het hoe stelt en geen aandacht besteedt aan de vele vragen naar het waarom, waardoor hij aangespoord wordt tot handelen. Dat is de reden waarom de techniek twee gezichten heeft. Omdat de techniek voortkomt uit de menselijke creativiteit als werktuig van de vrijheid van de persoon, kan deze als element van absolute vrijheid worden verstaan, de vrijheid die wil afzien van de grenzen die de dingen in zich dragen. Het globaliseringsproces zou ideologieën kunnen vervangen door techniek, Vgl. H. Paus Paulus VI, Apostolische Brief, Aan Maurice Kardinaal Roy, bij gelegenheid van de 80ste verjaardag van Rerum Novarum, Octogesima Adveniens (14 mei 1971), 29 die zelf tot een ideologische macht is geworden en de mensheid blootstelt aan het gevaar zich opgesloten te vinden in een a priori waaruit zij niet kan uitbreken, om het wezen en de waarheid te ontmoeten. In dat geval zouden wij al onze levensomstandigheden erkennen, inschatten en bepalen binnen een technocratisch cultuurperspectief, zonder ooit een zin te ontdekken, die wij niet zelf hebben voortgebracht. Deze voorstelling van zaken versterkt vandaag de dag de technische mentaliteit zodanig dat men het ware met het maakbare laat samenvallen. Als echter efficiëntie en nut de enige criteria van de waarheid zijn, wordt de ontwikkeling automatisch ontkend. Want echte ontwikkeling bestaat niet op de eerste plaats uit handelen. De sleutel van de ontwikkeling is een verstand dat in staat is de techniek te doordenken en de ten diepste menselijke zin van het handelen van de mens te vatten, binnen het begripsvermogen van de persoon in de totaliteit van zijn wezen. Ook als de mens middels een satelliet of een op afstand bestuurde elektronische impuls werkt, blijft zijn handelen altijd menselijk, uitdrukking van verantwoordelijke vrijheid. De techniek heeft grote aantrekkingskracht op de mens, omdat deze hem bevrijdt van fysieke beperkingen en zijn horizon verbreedt. Maar de menselijke vrijheid is alleen werkelijk zichzelf, als ze op de betovering van de techniek antwoordt met beslissingen, die de vrucht zijn van morele verantwoordelijkheid. Daaruit volgt de dringende noodzaak tot vorming wat betreft moreel verantwoord omgaan met techniek. Uitgaande van de fascinatie die de techniek voor de mens heeft, moet men de ware zin van de vrijheid herwinnen, die niet bestaat uit de roes van een totale autonomie, maar uit het antwoord op de oproep van het wezen, te beginnen met het wezen dat wij zelf zijn.