Paus Benedictus XVI - 29 juni 2009
Deze verantwoordelijkheid geldt wereldwijd, want die betreft niet alleen energie maar de gehele schepping, die wij niet uitgeput aan de nieuwe generatie mogen nalaten. Het is de mens toegestaan een verantwoordelijk rentmeesterschap over de natuur uit te oefenen, om deze te beschermen, te gebruiken en ook op nieuwe manieren en met geavanceerde technologieën te cultiveren, zodat zij de bevolking die haar bewoont waardig onderdak en voedsel kan verschaffen. Er is op onze wereld voor iedereen plaats; hier moet de gehele familie van de mensheid de noodzakelijke hulpbronnen vinden, om met de hulp van de natuur zelf – het geschenk van God aan Zijn kinderen – en met de inzet van eigen werk en vindingrijkheid, waardig te leven. Wij moeten echter ook wijzen op de zeer ernstige verplichting de aarde door te geven aan toekomstige generaties, in een zodanige toestand dat ook zij haar waardig kunnen bewonen en haar verder cultiveren. Dit houdt in dat we het tot onze plicht moeten rekenen “gezamenlijke beslissingen te nemen na een verantwoorde afweging ten aanzien van de weg die moet worden ingeslagen, beslissingen die gericht zijn op de versterking van het verbond tussen de mensen en het milieu, een verbond dat een weerspiegeling moet zijn van de creatieve liefde van God, van wie wij komen en naar wie wij op weg zijn”. Paus Benedictus XVI, Boodschap, Wereldvredesdag 2008, De mensenfamilie, een vredesgemeenschap (8 dec 2007), 7 Men kan alleen maar wensen dat de internationale gemeenschap en de individuele regeringen effectief kunnen verhinderen dat het milieu op schadelijk wijze wordt geëxploiteerd. Het is eveneens noodzakelijk dat de bevoegde autoriteiten er zich volledig voor inzetten dat de economische en sociale kosten voor het gebruik van algemene milieubronnen openlijk worden erkend, en volledig worden gedragen door de degenen die ervan profiteren, en niet door andere volken of toekomstige generaties. De bescherming van het milieu, van hulpbronnen en van het klimaat vereist dat allen die op internationaal vlak verantwoordelijkheid dragen gezamenlijk handelen en bereid zijn te werken in goed vertrouwen, in overeenstemming met de wet en in solidariteit met de zwakste regio’s van onze planeet. Vgl. Paus Benedictus XVI, Toespraak, Tot de Algemene Vergadering van de Verenigde Naties, New York (18 apr 2008), 3 Een van de grootste opgaven van de economie is nu juist het efficiënte gebruik van de hulpbronnen, niet het verkwisten ervan, waarbij men zich ervan bewust moet zijn dat het begrip efficiëntie niet waardeneutraal is.