H. Paus Johannes Paulus II - 17 maart 2002
Dierbare priesters, weet dat ik persoonlijk dicht bij u zal zijn terwijl u verzamelt rond uw bisschoppen op deze Witte Donderdag in het jaar 2002! Bij de start van het nieuwe millennium hebben wij allen een hernieuwd kerkelijk elan beleefd in de vaste wil "opnieuw te beginnen vanuit Christus". H. Paus Johannes Paulus II, Apostolische Brief, Een nieuw millennium, Novo millennio ineunte (6 jan 2001), 29 Het was eenieders verlangen dat dit zou samenvallen met een nieuw tijdperk van broederlijkheid en vrede voor de hele mensheid. Helaas hebben we, omgekeerd, opnieuw bloed zien vloeien. Wij zijn nog maar eens getuige geweest van oorlogsgeweld. Wij voelen met angst in het hart de tragedie van verdeeldheid en van de haat die de betrekkingen tussen volkeren ten gronde richten.
Bovendien worden wij in deze tijden persoonlijk getroffen in het diepste van ons priester-zijn door de zonden van sommige van onze broeders, die de genade, die zij bij hun wijding ontvingen, hebben verraden, zwichtend voor de slechtste uitingen van het mysterium iniquitatis dat in de wereld aan het werk is. Zo ontstaan zware schandalen die ervoor zorgen dat een verpletterende schaduw van verdenking gegooid wordt over alle verdienstelijke priesters, die hun ambt eerlijk, integer en soms zelfs met een heldhaftige naastenliefde uitoefenen. Terwijl de Kerk haar liefdevolle zorg uitspreekt aan het adres van de slachtoffers en zich inspant om in alle waarheid en billijkheid op elke penibele situatie te antwoorden, voelen wij ons allemaal - bewust als we zijn van de menselijke zwakheid, maar vertrouwend op de helende kracht van de goddelijke genade - geroepen om het mysterium Crucis te omarmen en om ons nog intenser te engageren in de zoektocht naar heiligheid. Wij moeten bidden opdat God in zijn voorzienigheid in de harten een grootmoedig hernemen wakker zou maken van het ideaal van de totale zelfgave aan Christus, de wortel van ons priesterlijke ambt.
Het is juist het geloof in Christus dat ons de kracht geeft met vertrouwen de toekomst tegemoet te zien. Wij weten inderdaad dat het kwaad al altijd in het hart van de mens aanwezig is en dat de mens alleen dan opnieuw in staat zal zijn de vrede en liefde rond zich uit te dragen als hij, daartoe op weg gezet door Christus, zich door hem laat "veroveren". Als bedienaars van de Eucharistie en van de sacramentele Verzoening hebben wij een heel bijzondere reden de opdracht in de wereld de hoop, de goedheid en de vrede uit te dragen.
Ik wens dat u deze heilige dag, waarin wij samen met de instelling van de Eucharistie onze "geboorte" als priester herdenken, mag beleven in de vrede van het hart, in diepe verbondenheid met elkaar, met uw bisschoppen en uw gemeenschappen. Met de woorden die Christus in het cenakel na de Verrijzenis aan zijn apostelen richtte en de Maagd Maria, Regina Apostolorum et Regina pacis, aanroepend, geef ik u allen een broederlijke kus: Vrede, vrede aan allen en aan elk van u. Een zalig Paasfeest!
Vaticaanstad, 17 maart 2002,
op de vijfde zondag van de vasten, in het 25ste jaar van mijn pontificaat,Paus Johannes Paulus II.