Men kan niet nadenken over Maria zonder zich aangetrokken te voelen tot Christus en men kan niet naar Christus kijken zonder zich direct ook bewust te zijn van de aanwezigheid van Maria. Er bestaat een onverbrekelijke band tussen de Moeder en de Zoon, die in haar schoot tot stand gebracht is door de heilige Geest, een band die we op mystieke wijze terugzien in het sacrament van de Eucharistie, zoals de kerkvaders en theologen door de eeuwen heen hebben aangegeven. “Het vlees dat door het werk van de heilige Geest geboren is uit Maria, is brood dat is neergedaald uit de hemel,” zo zei de heilige Hilarius van Poitiers. In het negende-eeuwse ‘
Sacramentarium Bergomense’ lezen we: “Haar schoot heeft een vrucht voortgebracht, een brood dat ons vervuld heeft van een engelachtig geschenk. Maria heeft het heil hersteld dat Eva door haar zonde had vernietigd.” En de heilige Petrus Damiani schreef: “Het lichaam dat de Heilige Maagd heeft voortgebracht, in haar schoot gevoed met moederlijke zorg, dat lichaam en niets anders ontvangen wij nu van het heilige altaar, en daarvan drinken wij het bloed als sacrament van onze verlossing. Dat is het katholieke geloof en dat is wat de heilige Kerk leert.” De band tussen de Heilige Maagd en de Zoon, het Offerlam dat de zonden van de wereld wegdraagt, strekt zich uit tot de Kerk, het mystieke Lichaam van Christus. Maria, zo sprak de dienaar Gods Johannes Paulus II, is in heel haar leven een “vrouw van de Eucharistie” en daarom is de Kerk, die Maria als haar voorbeeld ziet, “ertoe geroepen haar in haar relatie tot dit heiligste geheim na te volgen”
H. Paus Johannes Paulus II, Encycliek, De Kerk leeft van de Eucharistie, Ecclesia de Eucharistia (17 apr 2003), 53. In dat perspectief is het nog beter te begrijpen waarom in Lourdes de verering van de Heilige Maagd zozeer verbonden is met een voortdurende verwijzing naar de Eucharistie, met dagelijkse eucharistievieringen, met de verering van het heiligste sacrament en met de zegening van de zieken, één van de indrukwekkendste momenten van het bezoek van de pelgrims aan de Grot van Massabielle.
De aanwezigheid van vele zieke pelgrims in Lourdes en van de vrijwilligers die hen begeleiden, helpt ons om na te denken over de tedere, moederlijke zorg die de Maagd tentoonspreidt voor alle menselijke pijn en al het menselijk lijden. De nabijheid van Maria, Mater Dolorosa, die aan de voet van het kruis meeleed met haar Zoon in haar verbondenheid met het Offer van Christus, is voelbaar voor de christelijke gemeenschap die zich schaart rond haar lijdende leden, die de tekenen dragen van het lijden van de Heer. Maria lijdt mee met hen die het moeilijk hebben, zij hoopt met hen, zij is hun troost en steunt hen met haar moederlijke zorg. En is het niet zo dat de spirituele ervaring van heel veel zieke mensen maakt dat wij beter begrijpen dat “de goddelijke Verlosser in de ziel van elk lijdende mens wil binnengaan door het hart van zijn heilige moeder, de eerste en verhevenste van alle verlosten”? H. Paus Johannes Paulus II, Apostolische Brief, Over de christelijke zin van het menselijke lijden, Salvifici doloris (11 feb 1984), 26.