NIET DE AANWEZIGHEID VAN GOD VERVREEMDT DE MENS, MAAR ZIJN AFWEZIGHEIDStatiemis, waaronder zegening en oplegging van de as, op Aswoensdag in de Santa Sabina op de Aventijn (Rome)
(Soort document: Paus Benedictus XVI - Homilie)
Paus Benedictus XVI -
6 februari 2008
Het gebed voedt de hoop, want er is niets dat de realiteit van God in ons leven duidelijker tot uitdrukking brengt dan het gelovig gebed. Ook in de eenzaamheid van de zwaarste beproeving kan niets of niemand mij beletten me tot de Vader te richten “in het verborgene” van mijn hart, waar Hij alleen “ziet”, zoals Jezus in het Evangelie zegt
Vgl. Mt. 6, 4.6.18
. Twee momenten van Jezus’ aardse bestaan komen mij voor de geest, waarvan een aan het begin en het andere aan het einde van zijn openbaar leven staat: de veertig dagen in de woestijn welke in de Veertigdagentijd worden nagebootst, en de doodstrijd in Getsemane - beide zijn wezenlijk gebedsmomenten. Van een eenzaam gebed in de woestijn tot de Vader “a tu per tu” (in een “je-jij” vertrouwelijkheid), en van een gebed vol “doodsangst” in de Hof van Olijven. Maar zowel in de ene als in de andere omstandigheid is het door te bidden dat Christus de bedriegerijen van de bekoorder ontmaskert en hem verslaat. Het gebed blijkt zo het eerste “wapen” om “zegenrijk de strijd aan te gaan tegen de geest van het kwade”
Openings- of collecta-gebed. Noot van de vertaler: De verwijzing naar het Openingsgebed uit de Mis van Aswoensdag heeft betrekking op de Italiaanse versie daarvan, die in vertaling luidt: “Verleen, Heer, aan het christenvolk met dit vasten een weg van waarachtige bekering te beginnen, om zegenrijk met de wapens van de boetvaardigheid de strijd aan te gaan tegen de geest van het kwade” .