
H. Paus Johannes Paulus II - 21 juni 2000
De Kerk zegt deze woorden van Sint Paulus na in de doxologie na de consecratie. De Eucharistie is een "missionair" sacrament, niet alleen omdat het een bron van genade is voor de verbreiding van het Evangelie, maar ook omdat het in zichzelf de oorsprong en de eeuwigdurende bron van verlossing is voor alle mensen. Daarom is de viering van het Eucharistisch offer de meest doeltreffende en getuigende handeling die de kerkelijke gemeenschap kan uitvoeren in de wereldgeschiedenis.
Iedere Heilige Mis eindigt met de zendingsopdracht te "gaan", de gelovigen uitnodigend de verkondiging van de Verrezen Heer over te brengen aan hun gezin, familie, werk, gemeenschap en de gehele wereld. Daarom heb ik in mijn brief "H. Paus Johannes Paulus II - Apostolische Brief
Dies Domini
Over de heiliging van de zondag
(31 mei 1998)" de gelovigen uitgenodigd om het voorbeeld van de Emmaüsgangers na te volgen die, nadat zij de Verrezen Heer herkend hadden in "het breken van het brood" Vgl. Lc. 24, 30-32
, de behoefte voelden om de vreugde van hun ontmoeting met de Heer onmiddellijk te delen met hun broeders. Vgl. Lc. 24, 45
Het "gebroken brood" opent het leven van iedere Christen en van de gehele gemeenschap om zichzelf te delen en te geven voor het leven van de wereld. Vgl. Joh. 6, 51
Het is juist in de Eucharistie dat we de onafscheidelijke verbinding tussen gemeenschap en zending verwezenlijken, wat de Kerk tot sacrament van eenheid tussen alle mensen maakt. Vgl. 2e Vaticaans Concilie, Constitutie, Over de Kerk, Lumen Gentium (21 nov 1964), 1