
Dankzij God is het slechte nieuws dat Hij niet welkom was niet het enige en niet het laatste dat we in het Evangelie tegenkomen. Zo ontmoeten we in het Evangelie van
Lucas de moederlijke liefde van Maria en de trouw van de Heilige Jozef, de nabijheid van de herders en hun grote vreugde. In
Matteus lezen we over de Wijzen uit het Oosten, die van verre komen, en zoals
Johannes ons zegt: "Aan allen echter die Hem wèl aanvaardden, ... gaf Hij het vermogen om kinderen van God te worden." (
Joh. 1, 12) Er zijn er die Hem wel ontvangen hebben en zo ontstaat, te beginnen bij de stal, een nieuw huis, een nieuwe stad, een nieuwe wereld. De boodschap van Kerstmis laat ons de duisternis van een gesloten wereld zien, een werkelijkheid die we ook dagelijks om ons heen zien. Maar die boodschap leert ons ook dat God zich niet laten buitensluiten. Hij vindt ruimte, nota bene in een stal, er zijn mensen die het licht zien en het doorgeven. In de woorden die we in het Evangelie hebben gehoord, spreken de engelen ook tot ons, en in de heilige liturgie breekt het licht van de Verlosser door in ons leven. Als wij ook herders en wijzen zijn moet het licht en die boodschap ons ook in beweging brengen, zodat we onze gesloten wereld vol wensen en verlangens verlaten om God te ontmoeten en Hem te aanbidden. Wij aanbidden Hem door de wereld kennis te laten nemen van het ware, het goede, van Christus en zo helpen we de uitgeslotenen in wie Hij zich herkent.