
Paus Benedictus XVI - 23 december 2007
Beste broeders en zusters,
Slechts één dag zit er tussen deze Vierde Adventszondag en het Hoogfeest van de Geboorte van de Heer. Morgennacht verzamelen we ons, om het grote geheim van de liefde te vieren, dat nooit eindigt, ons verbazen laat. Gedurende de Adventstijd steeg vanuit het hart van de Kerk vaak de smeekbede op: "Kom Heer, kom tot ons met Uw vrede. Uw tegenwoordigheid zal ons met vreugde vervullen". De evangeliseringsopdracht van de Kerk is een antwoord op de roep: "Kom Heer Jezus", Hij die de gehele heilsgeschiedenis doorgaat en die nog steeds de lippen van de gelovigen beweegt. Kom, Heer, om onze harten te veranderen, opdat in deze wereld de gerechtigheid en vrede verspreid wordt.
Hiervoor wil de zojuist gepubliceerde "Congregatie voor de Geloofsleer
Doctrinaire notitie over enige aspecten van de Evangelisering
(3 december 2007)" onze aandacht vragen. Het document wil op een moment, waarbij voor veel gelovigen het niet eens meer duidelijk is dat evangelisering een bestaansrecht heeft, alle Christenen in herinnering roepen, dat het aannemen van de Blijde Boodschap op zich zelf al een aansporing is, om het als geschenk ontvangen heil door te geven. Want: de Waarheid, die het leven redt, die in Jezus het vlees heeft aangenomen, ontsteekt in het hart van diegenen die het ontvangen, met de liefde tot de naasten, welke de vrijheid laat, het door te geven, zoals het ook om niets ontvangen werd.