DOCTRINAIRE NOTITIE OVER ENIGE ASPECTEN VAN DE EVANGELISERING
(Soort document: Congregatie voor de Geloofsleer)
William Kardinaal Levada -
3 december 2007
Er doet zich vandaag echter een groeiende verwarring voor die velen ertoe brengt geen gehoor te geven aan de missionaire opdracht van de Heer
Vgl. Mt. 28, 19
en deze niet uit te voeren. Vaak denkt men dat iedere poging om anderen te overtuigen in religieuze kwesties een beperking is die aan de vrijheid wordt gesteld. Het zou alleen geoorloofd zijn eigen ideeën uiteen te zetten en mensen uit te nodigen naar geweten te handelen zonder een bekering van hen tot Christus en het katholieke geloof te begunstigen: men zegt dat het voldoende is de mensen te helpen meer mens te zijn en meer trouw aan de eigen godsdienst, dat het voldoende is gemeenschappen op te bouwen die in staat zijn te werken voor gerechtigheid, vrede, solidariteit. Sommigen beweren bovendien dat men Christus niet zou moeten verkondigen aan wie Hem niet kent, noch een zich aansluiten bij de Kerk zou moeten bevorderen, aangezien het ook mogelijk zou zijn gered te worden zonder expliciet Christus te kennen en zonder een expliciete kennis van Christus en zonder een formele inlijving bij de Kerk.
Ten overstaan van deze problemen heeft de Congregatie voor de Geloofsleer het noodzakelijk geacht onderhavige Nota te presenteren. Uitgaande van het geheel van de katholieke leer over de evangelisatie, zoals die uitvoerig is behandeld in het onderricht van Paulus VI en Johannes Paulus II, heeft zij ten doel enkele aspecten van de verhouding tussen de missionaire opdracht van de Heer en het respect voor het geweten en re godsdienstvrijheid van allen te behandelen. Het betreft aspecten die belangrijke antropologische, ecclesiologische en oecumenische implicaties hebben.
© 2013, Libreria Editrice Vaticana / Stg. InterKerk
Vert. vanuit het Italiaans: drs. H.M.G. Kretzers