Paus Benedictus XVI - 27 mei 2007
In de Kerk, het Volk van God, komt alleen aan gewijde ambtsdragers die na een adequate opleiding en vorming op de juiste wijze de heilige wijding hebben ontvangen, de uitoefening toe van de taak van "onderrichten, heiligen en besturen". Lekengelovigen kunnen met de canonieke zending van de kant van de Bisschop een nuttig kerkelijk dienstwerk verrichten op het terrein van de overdracht van het geloof.
In de recente jaren hebt u, Broeders in het bisschopsambt, door uiteenlopende oorzaken moeilijkheden ondervonden omdat niet "gewijde" en soms ook niet gedoopte personen in belangrijke kerkelijke vraagstukken, inclusief het benoemen van Bisschoppen, in naam van verscheidene staatsorganen controleren en beslissingen nemen. Ten gevolge daarvan maakte u een uitholling mee van het Petrus- en het bisschopsambt krachtens een kerkvisie volgens welke de Paus, de Bisschoppen en de priesters het gevaar lopen feitelijk personen te worden zonder ambt en zonder macht. Daarentegen zijn, zoals gezegd, het Petrus- en het bisschopsambt wezenlijke en integrale onderdelen van de katholieke leer over de sacramentele structuur van de Kerk. Deze natuur van de Kerk is een gave van de Heer Jezus, want "sommigen maakte Hij apostelen, andere profeten, andere evangelisten, weer anderen herders en leraars, om de heiligen toe te rusten voor het werk der bediening, tot opbouw van het lichaam van Christus, totdat wij allen tezamen komen tot de eenheid in het geloof en de kennis van Gods Zoon, tot de volmaakte Man, tot de gehele omvang van de volheid van de Christus" (Ef. 4, 11-13).
De gemeenschap (communio) en de eenheid - sta me toe het te herhalen (nr. 5) - zijn wezenlijke en integrale onderdelen van de katholieke Kerk: daarom is het plan van een, op religieus gebied van de Heilige Stoel "onafhankelijke" Kerk, niet te verenigen met de katholieke leer.
Ik ben me bewust van de grote moeilijkheden waarmee u in de hierboven genoemde situatie te maken hebt om trouw te kunnen blijven aan Christus, aan zijn Kerk en aan de Opvolger van Petrus. Terwijl ik u eraan herinner dat - zoals de heilige Paulus heeft gezegd Vgl. Rom. 8, 35-39 - geen enkele moeilijkheid ons van de liefde van Christus kan scheiden, koester ik het vertrouwen dat U alles zult weten te doen om, vertrouwend op de genade van de Heer, de eenheid en de kerkelijke gemeenschap (communio) te bewaren, ook ten koste van grote offers.
Veel leden van het Chinese episcopaat die in deze laatste decennia de Kerk hebben geleid, hebben aan de eigen gemeenschap (communauteit) en aan de universele Kerk een stralend getuigenis gegeven en geven dat nog. Moge nog eens aan het hart een hymne van lof en dank ontspringen jegens de "opperste Herder" van de kudde (1 Pt. 5, 4): men kan inderdaad niet vergeten dat velen van hen vervolging hebben ondergaan en in de uitoefening van hun ambt belemmerd werden, en dat sommigen van hen de Kerk vruchtbaar maakten door hun eigen bloed te vergieten. De nieuwe tijden en de daaruit volgende uitdaging van de nieuwe evangelisatie plaatsen de functie van het bisschopsambt op de voorgrond. Zoals Johannes Paulus II gezegd heeft tot de Herders die uit alle delen van de wereld waren samengekomen voor de viering van het Jubileum: "de Herder is de eerste verantwoordelijke en bezieler van de kerkelijke gemeenschap (communauteit), zowel wat de vereiste communio betreft als in de missionaire planning. Ten overstaan van het relativisme en het subjectivisme die zo'n groot deel van de hedendaagse cultuur vervuilen, zijn de Bisschoppen geroepen de leerstellige eenheid van hun gelovigen te verdedigen en te bevorderen. Bezorgd om elke situatie waarin het geloof verloren gegaan of onbekend is, spannen zij zich met al hun krachten in de evangelisatie te bevorderen, terwijl ze daarvoor priesters, religieuzen en leken opleiden en de nodige middelen ter beschikking stellen". H. Paus Johannes Paulus II, Homilie, Jubileumviering van de Bisschoppen b.g.v. het Heilig Jaar 2000 (8 okt 2000), 5 Vgl. 2e Vaticaans Concilie, Decreet, Over het herderlijk ambt van de bisschoppen in de Kerk, Christus Dominus (28 okt 1965), 6
Bij diezelfde gelegenheid herinnerde mijn vereerde Voorganger eraan dat "de Bisschop, als opvolger van de Apostelen, iemand is voor wie Christus alles is. Met Paulus kan hij elke dag herhalen: 'Voor mij is leven Christus... (Fil. 1, 21)'. Van Hem moet hij in heel zijn gedrag getuigen. Het Tweede Vaticaans Concilie leert: 'De Bisschoppen moeten hun apostolische taak verrichten als getuigen van Christus ten overstaan van alle mensen' 2e Vaticaans Concilie, Decreet, Over het herderlijk ambt van de bisschoppen in de Kerk, Christus Dominus (28 okt 1965), 11". H. Paus Johannes Paulus II, Homilie, Jubileumviering van de Bisschoppen b.g.v. het Heilig Jaar 2000 (8 okt 2000), 4
Wat vervolgens het bisschoppelijk dienstwerk betreft, neem ik de gelegenheid te baat te herinneren aan wat ik onlangs heb gezegd: "De bisschoppen hebben als eerste verantwoordelijkheid de Kerk op te bouwen als gezin van God en als plaats van onderlinge hulp en dienstbaarheid. Om deze zending te kunnen vervullen, hebt u in de bisschopswijding drie bijzondere taken gekregen: de munus docendi (de leraarstaak), de munus sanctificandi (de heiligingstaak), en de munus regendi (de bestuurstaak), die samen de munus pacendi (de herderstaak) vormen. In het bijzonder staat de munus regendi gericht op de groei in de kerkelijke communio, dat wil zeggen op het opbouwen van een gemeenschap die eensgezind is in het luisteren naar de leer van de apostelen, in het breken van het brood, in het gebed en in de broederlijke eenheid. Ten nauwste verbonden met de taken van het onderrichten en heiligen, vormt die van het bestuur - de munus regendi dus - voor de Bisschop een authentieke act van liefde (amor) jegens God en jegens de naaste, die zich uitdrukt in de pastorale naastenliefde (caritas)". Paus Benedictus XVI, Toespraak, Tot de nieuw benoemde Bisschoppen (21 sept 2006)
Zoals dat in de rest van de wereld gebeurt, wordt ook in China de Kerk bestuurd door Bisschoppen die, door middel van de bisschopswijding die hen door andere geldig gewijde Bisschoppen verleend is, samen met de heiligingstaak ook de taken ontvangen hebben tot onderricht en bestuur van het hun toevertrouwde volk in de respectievelijke particuliere Kerken, met een macht die door God verleend wordt door middel van de genade van de Wijding. De taken van onderricht en bestuur echter, "kunnen uiteraard niet worden uitgeoefend tenzij in de hiërarchische gemeenschap (communio) met het Hoofd en met de leden van het college" van de Apostelen. 2e Vaticaans Concilie, Constitutie, Over de Kerk, Lumen Gentium (21 nov 1964), 21 Vgl. Wetboek, Codex van het Canonieke recht, Codex Iuris Canonici (25 jan 1983), 375. par. 2 Want - preciseert datzelfde Tweede Vaticaans Concilie - "tot lidmaat van het corpus episcopale (het bisschoppelijk lichaam) wordt iemand aangesteld krachtens de sacramentele wijding en krachtens de hiërarchische gemeenschap met het Hoofd en met de leden van het College". 2e Vaticaans Concilie, Constitutie, Over de Kerk, Lumen Gentium (21 nov 1964), 22 Vgl. 2e Vaticaans Concilie, Overig document, Verklarende nota bij nr. 22 Uit de Akten van het Tweede Vaticaans Oecumenisch Concilie, Nota explicativa praevia - Ex Actis Ss. Oecumenici Concilii Vaticani II (16 nov 1964), 2
Op het ogenblik zijn alle Bisschoppen van de katholieke Kerk in China zonen van het Chinese volk. Ondanks vele en zware moeilijkheden is de katholieke Kerk in China door een bijzondere genade van de Heilige Geest nooit beroofd geweest van het dienstwerk van wettige Herders die de apostolische successie ongeschonden hebben bewaard. Wij moeten de Heer danken voor deze, door lijden heen volgehouden aanwezigheid, van Bisschoppen die de bisschopswijding ontvangen hebben op een wijze die overeenkomt met de katholieke traditie,dat wil zeggen in gemeenschap met de Bisschop van Rome, als Opvolger van Petrus, en uit de hand van Bisschoppen die zelf geldig en wettig gewijd zijn, volgens de rite van de katholieke Kerk.
Sommigen van hen, die niet onderworpen wilden worden aan een onwettige uitgeoefende controle over het leven van de Kerk en die de volledige trouw aan de Opvolger van Petrus en aan de katholieke leer wilden bewaren, hebben zich gedwongen gezien zich clandestien te laten wijden. Nu is ondergronds gaan niet iets dat bij het normale leven van de Kerk hoort en de geschiedenis laat zien dat Herders en gelovigen er alleen hun toevlucht toe zoeken vanuit een, tot in lijden volgehouden verlangen om het eigen geloof integraal te bewaren en geen inmengingen te aanvaarden van staatsorganen in wat het binnenste raak van het leven van de Kerk. Om die reden verlangt de Heilige Stoel dat deze wettige Herders als zodanig door de regeringsautoriteiten erkend kunnen worden inclusief de burgerrechtelijke consequenties - voor zover noodzakelijk - en dat de gelovigen in vrijheid hun eigen geloof kunnen uiten binnen de sociale context waarin zij leven.
Andere Herders daarentegen hebben onder de druk van bijzondere omstandigheden ermee ingestemd de bisschopswijding te ontvangen zonder pauselijk mandaat, maar hebben daarna gevraagd om te kunnen worden opgenomen in de communio met de Opvolger van Petrus en met de andere Broeders in het bisschopsambt. De Paus heeft, met inachtname van de oprechtheid van hun gevoelens en de ingewikkeldheid van de situatie en rekening houdend met de mening van de meest naburige Bisschoppen, krachtens de eigen verantwoordelijkheid als universele Herder van de Kerk, hen de volledige en wettige uitoefening toegestaan van de bisschoppelijke jurisdictie. Dit initiatief van de Paus ontstond vanuit de kennis van de bijzondere omstandigheden van hun wijding en vanuit zijn die pastorale bekommernis om het herstel van de volledige communio te bevorderen. Helaas zijn de priesters en de gelovigen de meeste keren niet adequaat geïnformeerd over de tot stand gekomen legitimering van hun Bisschop, wat aanleiding is geworden van niet weinige en zware gewetensproblemen. Bovendien hebben enige van de gelegitimeerde Bisschoppen geen daden gesteld die een duidelijk bewijs geweest zouden zijn van de tot stand gekomen legitimering. Daarom is het voor het geestelijk welzijn van de betreffende diocesane gemeenschappen onontbeerlijk dat de tot stand gekomen legitimering op korte termijn publiek gemaakt wordt en dat de wettige Bisschoppen steeds meer ondubbelzinnige daden stellen waaruit de volle communio blijkt met de Opvolger van Petrus.
Dan zijn er tenslotte ook nog Bisschoppen - wier aantal heel klein is - die zonder pauselijk mandaat gewijd zijn en die de noodzakelijke legitimering nog niet gevraagd of nog niet gekregen hebben. Volgens de leer van de katholieke Kerk zijn zij onwettig maar wel geldig gewijd, mits althans vaststaat dat zij de wijding ontvangen hebben van geldig gewijde Bisschoppen en de katholieke rite van de bisschopswijding is gerespecteerd. Daarom oefenen zij, ook al zijn zij niet in communio met de Paus, hun ambt in de bediening van de Sacramenten geldig uit, zij het op onwettige wijze. Wat zou er voor de Kerk in China een grote geestelijke rijkdom uit voortkomen als ook deze Herders, wanneer de noodzakelijke voorwaarde daartoe aanwezig zijn tot de communio met de Opvolger van Petrus en heel het katholieke episcopaat zouden komen! Niet alleen zou dat de legitimering van hun bisschopsambt betekenen, maar hun communio met de priesters en de gelovigen, die de Kerk in China als een onderdeel zien van de katholieke Kerk, verenigd met de Bisschop van Rome en met alle andere over de wereld verspreide particuliere Kerken, zou er veel rijker door worden!
In de afzonderlijke naties vormen de wettige Bisschoppen een bisschopsconferentie, die geregeld wordt door een eigen statuut dat, volgens de norm van het kerkelijk recht, moet worden goedgekeurd door de Apostolische Stoel. Zo'n bisschopsconferentie vormt de uitdrukking van de broederlijke communio van alle Bisschoppen van een natie en behandelt de leerstellige en pastorale vraagstukken, die de hele katholieke gemeenschap van dat land aangaan, zonder zich in te mengen in de uitoefening van het gewone en onmiddellijke gezag van elke Bisschop in zijn eigen bisdom. Elke bisschoppenconferentie onderhoudt bovendien passende en nuttige contacten met de burgerautoriteiten aldaar, ook ter bevordering van de samenwerking tussen de Kerk en de Staat, maar het spreekt van zelf dat een bisschoppenconferentie niet ondergeschikt kan zijn aan welke burgerautoriteit ook, in kwesties van geloof en van leven volgens het geloof (fides et mores, het sacramentele leven), waarvoor enkel en alleen de Kerk competent is.
In het licht van de hierboven uiteengezette beginselen kan het huidige College van katholieke Bisschoppen in China China Catholic Bishops' College (CCBC) door de Apostolische Stoel niet worden erkend als bisschopsconferentie: de "clandestiene" of ondergrondse bisschoppen die door de regering niet zijn erkend en die in communio zijn met de Paus, maken er geen deel van uit; zij omvat Bisschoppen die tot op heden onwettig zijn, en zij wordt geregeld door statuten die elementen bevatten die onverenigbaar zijn met de katholieke leer.