Paus Benedictus XVI - 8 december 2007
Beste broeders en zusters,
Op het pad van Advent licht de ster op van Maria, de Onbevlekt Ontvangenis, "een teken van vaste hoop en van troost" 2e Vaticaans Concilie, Constitutie, Over de Kerk, Lumen Gentium (21 nov 1964), 68. Om bij Jezus te komen, het ware Licht, de Zon die alle duisternis van de geschiedenis verdrijft, hebben we licht nodig dat ons nabij is, mensen die het licht van Christus weerspiegelen en zo de af te leggen weg verlichten. En welke persoon is meer lichtend dan Maria? Wie zou ons meer een ster van hoop kunnen zijn dan zij, de dageraad die de dag van het heil aankondigde? Vgl. Paus Benedictus XVI, Encycliek, Liefde in Waarheid - Over de Christelijke hoop, Spe Salvi (30 nov 2007), 49
Daarom laat de liturgie ons vandaag, kort voor het Kerstfeest, het Hoogfeest van de Onbevlekte Ontvangenis van Maria vieren: het geheim van Gods genade dat van het eerste ogenblik van haar bestaan heeft omkleed als het schepsel voorbestemd om de Moeder van de Verlosser te zijn, en daarom gevrijwaard van de smet van de erfzonde. Kijkend naar haar ontdekken we de grootsheid en de schoonheid van het plan van God met iedere mens: heilig en onbesmet te worden in liefde Vgl. Ef. 1, 4 naar het beeld van onze Schepper.