Het zicht dat Afrahat heeft op de mens en op zijn lichamelijke werkelijkheid is heel positief: het menselijk lichaam is, naar het voorbeeld van de nederige Christus, geroepen tot de schoonheid, de vreugde, het licht: "God komt naar de mens toe die Hij liefheeft, en het is goed de nederigheid lief te hebben en in nederige omstandigheden te blijven. De nederigen zijn eenvoudig, geduldig, geliefd, integer, rechtvaardig, ervaren in het goede, prudent, sereen, rustig, vreedzaam, barmhartig, bereid zich te bekeren, welwillend, diepzinnig, bedachtzaam, mooi en begerenswaardig"
Aphrahat, Uiteenzettingen of Bewijsvoeringen, Demonstrationes. 9, 14. Bij Afrahat wordt het christelijk leven dikwijls gepresenteerd in een heldere ascetische en geestelijke dimensie: het geloof is er de basis, de grondslag van; het maakt van de mens een tempel waar Christus zelf woont. Het geloof maakt daardoor een oprechte liefde (
caritas) mogelijk, die zich uitdrukt in de liefde (
amor) jegens God en jegens de naaste.
Een ander belangrijk aspect bij Afrahat is het vasten, dat door hem in een brede zin wordt verstaan. Hij spreekt over het vasten wat het voedsel betreft als van een noodzakelijke praktijk om liefdevol en maagdelijk te kunnen zijn; over het vasten (zich onthouden) van ijdele of afschuwelijke woorden, over het vasten (zich weerhouden) van de toorn, over het vasten (zich ontzeggen) van het eigendom van goederen met het oog op het dienstwerk, over het vasten (zich ontzeggen) van de slaap om zich aan het gebed te wijden.