Pater Jacobus M. Vosté, OP - 16 januari 1948
De Pauselijke Bijbelcommissie wil gaarne hulde brengen aan het gevoelen van kinderlijk vertrouwen dat deze stap heeft ingegeven, en verlangt er aan te beantwoorden met een eerlijk pogen om de Bijbelstudiën te bevorderen, aan deze volledige vrijheid verzekerend binnen de grenzen van het in de Kerk overgeleverde leeronderricht. Deze vrijheid is met duidelijke termen door de encycliek van de roemrijk regerenden Oppersten Hogepriester bevestigd in deze bewoordingen:
" de katholieke schriftverklaarder, die van een werkdadige en sterke liefde voor zijn vak bezield is en zijn moeder de heilige Kerk van harte toegedaan, (mag) zich geenszins laten weerhouden om moeilijke, tot nog toe onopgeloste vraagstukken telkens opnieuw onder de ogen te zien, niet alleen om opwerpingen der tegenstanders af te weren, maar ook om te trachten er een deugdelijke verklaring voor te vinden, een verklaring, die getrouw overeenkomt met de kerkleer, vooral met de overgeleverde leer omtrent het volstrekt vrij-zijn der heilige Schrift van dwaling, en die tevens op behoorlijke wijze voldoet aan de vaststaande resultaten van profane wetenschappen. En alle andere kinderen der Kerk mogen bedenken, dat zij het pogen van deze stoere werkers in 's Heren wijngaard niet alleen volgens recht en billijkheid, maar ook met de allergrootste liefde moeten beoordelen; en de ongezonde zucht moeten verafschuwen om te menen, dat al wat nieuw is, reeds daarom bestreden of verdacht moet worden gemaakt." Paus Pius XII, Encycliek, Over de bevordering van de studie van de Heilige Schrift, Divino afflante Spiritu (30 sept 1943), 25