Paus Benedictus XVI - 30 november 2007
Maar nu komt de vraag: zijn we daarmee niet toch weer bij het heilsindividualisme uitgekomen? Bij de hoop enkel voor mij, die juist daardoor geen werkelijke hoop is, omdat zij de anderen vergeet en er buiten laat? Nee. De relatie tot God verloopt over de gemeenschap met Jezus; alleen en uit eigen kracht zijn wij daar niet toereikend voor. De relatie met Jezus is echter een relatie met Hem die Zichzelf gegeven heeft voor ons allen. Vgl. 1 Tim. 2, 6 Het mee-zijn met Jezus Christus voert ons in Zijn ‘voor allen’ binnen, en maakt het tot onze manier van zijn. Het verplicht ons, er voor de anderen te zijn, maar alleen in het mee-zijn met Hem wordt het überhaupt pas mogelijk er werkelijk voor anderen, voor het geheel te zijn. Ik zou daarbij de grote Griekse kerkleraar Maximus Confessor (+ 662) willen citeren, die eerst oproept niets boven de kennis en de liefde van God te laten gaan, maar dan meteen heel praktisch wordt: “Wie God liefheeft, kan geld niet voor zichzelf houden. Hij deelt het op ‘goddelijke’ wijze uit ... op dezelfde wijze, naar de maat van de gerechtigheid.” H. Maximus Confessor, Hoofdstukken over de liefde. Centuria 1, Hoofdstuk 1: PG 90, 965 Uit de liefde tot God volgt de deelname aan Gods rechtvaardigheid en goedheid jegens anderen. God liefhebben vraagt om innerlijke vrijheid ten opzichte van alle bezit en al het materiële. De liefde van God toont zich in de verantwoordelijkheid tegenover de ander. H. Maximus Confessor, Hoofdstukken over de liefde. Centuria 1, Hoofdstuk 1: PG 90, 962-966 Dezelfde samenhang tussen de liefde van God en de verantwoordelijkheid voor de mensen kunnen we op indrukwekkende wijze in het leven van de heilige Augustinus zien. Na zijn bekering tot het christelijk geloof wilde hij met gelijkgezinde vrienden een leven leiden dat geheel aan het woord van God en de eeuwige dingen zou zijn gewijd. Het door de grote Griekse filosofie geformuleerde ideaal van het beschouwende leven wilde hij verwezenlijken, maar dan met een christelijke inhoud, en op deze manier “het beste deel” kiezen. Vgl. Lc. 10, 42 Maar het pakte anders uit. Bij een bezoek aan de zondagse liturgieviering in de havenstad Hippo werd hij door de bisschop uit de menigte gehaald en dringend verzocht zich te laten wijden voor de dienst als priester in deze stad. Terugblikkend op dit moment schrijft hij in zijn Belijdenissen: “Verslagen om mijn zonden en om de zware last van mijn ellende, had ik in mijn hart de gedachte opgevat en het plan overwogen, de vlucht te nemen naar de eenzaamheid. Gij hebt mij echter tegengehouden en Gij hebt mij moed ingesproken door te zeggen: ‘Daarom is Christus voor allen gestorven, opdat zij die leven niet meer voor zichzelf zouden leven, maar voor Hem die ter wille van hen is gestorven'. (2 Kor. 5, 15)" H. Augustinus, Belijdenissen, Confessiones. X, 43, 70, in: CSEL 33, 279 Christus is voor allen gestorven. Voor Hem leven betekent zich laten betrekken in Zijn ‘er zijn voor’.