
Paus Pius XII - 24 december 1955
COL CUORE Kerst 1955 |
|||
► | Christus in het historisch en maatschappelijk leven van de mensheid |
Alleen Jezus Christus geeft aan de mens deze innerlijke vastheid. "Toen de volheid van de tijd gekomen was" (Gal. 4, 4), daalde het Woord Gods neer in dit aardse leven door een werkelijk menselijke natuur aan te nemen en trad zo ook in het historisch en maatschappelijk leven van de mensheid en werd ook hierin "gelijk aan de mensen" (Fil. 2, 7), ofschoon Het God was van eeuwigheid. Zijn komst betekent dus, dat Christus de leider van de mensen wilde worden en hun steun in de geschiedenis en in de maatschappij. De verovering van en verbazingwekkende macht over de organische en anorganische dingen door de mens in het tegenwoordige technische en industriële tijdperk, is geen titel om zich vrij te maken van de plicht van onderwerping aan Christus, koning van de geschiedenis, en vermindert evenmin voor de mens de noodzakelijkheid om door Hem te worden ondersteund. En werkelijk, de angst om de veiligheid is steeds groter geworden.
De ondervinding van de tegenwoordige tijd is er juist het bewijs van, dat het vergeten of verwaarlozen van Christus' aanwezigheid in de wereld dat gevoel van verwarring en dat gebrek aan veiligheid en vastheid heeft opgeroepen, die zo karakteristiek zijn voor het technische tijdperk. Door het vergeten van Christus is men er toe gekomen, zelfs de ware aard van de menselijke natuur, die toch door God als grondslag is gelegd voor de samenleving in ruimte en tijd, te minachten.